het escorteeren van het keizerlijk rijtuig. De naam Mononobe werd toegepast op de geheele militaire klasse en werd synoniem met „Sumurai". (Afgeleid van het werkwoord Samurau „bewaken", „dienen"). Snel ontwikkelde zich het leger en reeds in het midden der zevende eeuw werd Japan in militaire districten verdeeld met een legersterkte van 100.000 man. De beide thans nog geldende beginselen voor de legerleiding en legerorganisatie stonden toen reeds vast, t. w. le. Het opperbevel in handen van den Keizer. 2e. Algemeene weerplicht. De geschiedenis van Japan geeft aan, dat de Japanners reeds in de oudste tijden een systematisch leven leidden, gesteld waren op orde en zich alleen met hun eigen zaken bezighielden. De het Japansche volk eigen, karakteristieke deugden trouw aan den souverein en moed vinden haar oorsprong reeds tot ver in het mythologische tijdperk. Tevens staat vast dat de boven genoemde garde, de verschillende beginselen die later bestempeld werden met den naam godsdienst (shintoisme) reeds getrouw nakwamen. Dat Shintoisme („weg der Goden", de naam is ontstaan na de invoering in Japan van het Buddhisme, ter onderscheiding daarvan) leerttrouw aan den Souverein, vereering van de helden (voor vaderen) en de liefde van de kinderen voor de ouders, waardoor men vanzelf leerde: nederigheid en zich onderwerpen aan de autoriteiten. Reeds in 750 n. C. werd geschreven „De menschen van den tegenwoordigen tijd weten bij ondervinding en hebben bij her haling gehoord, dat onze voorouders met een oprecht hart voor den Keizer werkten en hun leven voor hem over hadden en zoo zullen alle nakomelingen hetzelfde doen". In vele geschriften van den oudsten tijd treedt steeds dezelfde geest op den voorgrond alle waarde hechten aan zijn vorst en zijn land, het eigen lichaam daarvoor geven. Daarnaast moet men echter vrouw en kinderen tot in de hoogste mate liefhebben, doch komt het land in gevaar dan wordt de gedachte aan de ouders, de liefde voor vrouw en kind tijdelijk op zijde gezet, omdat men anders zijn gansche hart niet ter beschikking zou hebben voor dat verheven doel. De Japanners beschouwen verder hun land niet alleen als een plaats om hun levensonderhoud te vinden of om daar geld te verdienen, maar bovendien is het de plaats waar zij hun goden en voorvaderen vereeren. 5 3. HET LEGER EEN LEGER VAN DEN KEIZER.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 5