men, in verband met de groote snelheden der doelen, aan zekere
grenzen gebonden, welke blijken te liggen bij een lengte van
4 a 5 meter.
Met het oog op meerdere mobiliteit wordt meestal genoegen
genomen met een kleinere basis. Ook zijn er proeven gehouden
met deelbare afstandmeters (z g. Steck-modeldeze hebben
evenwel niet voldaan, daar er tengevolge van slijtage en be
schadiging ontoelaatbare spelingen, en dus fouten ontstonden.
Voorts kost het opstellen van het instrument veel tijd en wordt
de helderheid, door de afsluitende planparalelle glazen op de
verbindingsplaatsen niet onbelangrijk verminderd. (Bij een drie-
deelig instrument met 17 °/0).
3. Optiek.
De optische instrumenten, welke voor meting op luchtdoelen
in aanmerking komen, zijn de coïncidentie-afstandmeters en de
stereoscopische afstandmeters.
Van de eerste soort worden, wegens de afwezigheid van ver
ticale lijnen van voldoende lengte, tegen vliegtuigen alleen invert-
instrumenten gebruikt en wel die met een z. g. invertstrook. Bij
dit type moet de horizontale lijn (lijn van symmetrie) dwars over
of zeer dichtbij het beeld van het doel worden gehouden, wat bij
een betrekkelijk klein, snel bewegend doel, ook al tengevolge van
trillingen, zeer moeilijk blijvend te bereiken is. Bovendien zal het
bij groote afstanden (klein beeld) herhaaldelijk gebeuren, dat het
beeld door een kleine doelhoek-verandering geheel in de geïn
verteerde strook verdwijnt, dus onzichtbaar wordt.
Tenslotte zij erop gewezen, dat, wanneer op dichtbij-zijnde
doelen wordt gemeten, bij afwezigheid van verticale lijnen de
deelstreep meestal door een schuinstaande lijn zal worden ge
bracht, wat, indien de justeering voor de hoogte niet absoluut
juist is verricht, een aanmerkelijke fout in den afstand tengevolge
heeft.
De stereoscopische afstandmeters zijn minder afhankelijk van
een, op vliegtuigen zeer moeilijk te verkrijgen, pijnlijk juiste hoogte
richting en van de meer of minder scherpe belijning en belichting
van het doel. Voorts zullen de stereoscopische beelden helderder
verschijnen, dan bij een invert-meter onder overigens gelijke om
standigheden, omdat ieder punt van het beeld door een tweemaal
zoo groote hoeveelheid licht wordt gevormd.
Ook openen de stereoscopische afstandmeters demogelijkheid,
de afstanden van verschillende voorwerpen (bv. doel en spring-
wolk) onderling te vergelijken.
Aan het gebruik van stereoscopische afstandmeters is, meer in
het bijzonder voor militielegers, het bezwaar verbonden, dat niet
Ter verklaring van het voorgaande zijn in Bijlage II verschillende figuren
gegeven.