monden en de noodige geleiders, welke de electrische deelen
van de gevers en de bijbehoorende ontvangers tot een keten ver
eenigen.
Wanneer de as van een gever van stand verandert, worden in
den geleider langs inductieven weg of door contact stroomen
veroorzaakt, die in den bijbehoorenden ontvanger een elecïrisch
veld doen ontstaan, c. q. veranderen. Dit veld veroorzaakt een
draaiïng van de wijzeras van den ontvanger, zoodat elke bewe
ging van de geveras een daarmede correspondeerende beweging
bij den ontvanger ten gevolge heeft.
2. Step-by-step overbrenging of synchrone overbrenging.
De electrische wijzersystemen kunnen worden verdeeld in twee
hoofdgroepen, n.de step-by-step en de synchrone systemen.
Het kenmerk van step-by-step-systemen is, dat de wijzer van
den ontvanger de bewegingen van de gever-as stapsgewijze volgt,
zoodat, wanneer de ontvanger één of meer steps achter is bij
den gever, deze achterstand niet meer automatisch wordt ingehaald,
doch de ontvanger „out of step" blijft. Dit kan licht aanleiding
geven tot fouten, daar de achterstand vooral als deze betrek
kelijk gering is meestal niet direct wordt opgemerkt. Het is
daarom ook noodzakelijk, dat gever en ontvanger vóór het in
werkingstellen van het systeem worden gelijkgezet.
Oorzaken van het „out of step" geraken kunnen zijn
a. Het overschrijden van de „kritieke snelheid".
Elk systeem heeft n. 1. een bepaalde maximum snelheid,
waarboven de ontvanger, tengevolge van electrische inertie
(zelfinductie) niet meer in staat is de beweging van den
gever te volgen. Hoewel deze kritieke snelheid (bv. 200 a
300 steps/sec.) waarschijnlijk nimmer gedurende het richten
op een luchtdoel zal worden overschreden, is toch, o. a. bij het
geven van de eerste richting op het doel, voorzichtigheid gebo
den, daar hierbij veelvuldig groote hoeksnelheden voorkomen.
b. Tijdelijke stroomonderbreking
Dit kan opzettelijk geschieden, b. v. gedurende perioden, dat
niet wordt gevuurd, of bij het terugdraaien van tordeerende
kabels (zie onder 3). Er moet dus altijd op worden gelet of
gever en ontvanger gelijkgezet zijn, wanneer de stroom wordt
ingeschakeld. Gevaarlijker zijn echter de incidenteele stroom-
onderbrekingen, die b. v. veroorzaakt kunnen worden door
verontreinigde contacten, momenteele hapering van de stroom
bron, enz.
Daar op een cirkelvormige schaal van de gebruikelijke afme
tingen geen voldoend aantal waarden kan worden aangegeven,
zijn de meeste ontvangers voorzien van een fijn- en een grofwij-
zer. Elke stroomstoot doet den fijnwijzer één step vooruit gaan,
terwijl elke volle omwenteling van den fijnwijzer den grofwijzer
59