Die goden waren helden, vandaar groote vereering van helden,
zij waren ook hun voorvaderen en vanzelf spruit daaruit voort de
liefde van de kinderen voor de ouders.
In Japan is immer het leger een leger van den Keizer geweest;
het ageert alleen op bevelen van den Keizer en is niet onder
geschikt aan de regeering of het Parlement.
De basis van de verhouding van leger tot Keizer is neergelegd
in
Ons leger heeft vele eeuwen onder het opperbevel van den
Keizer gestaan. Vroeger leidde Jimmu Tenno zelf de Krijgslieden en
bracht degenen van de middenrijken die zich niet wilden onder
werpen met geweld onder zijn gezag. Het is nu meer dan 2500 jaren
geleden dat hij den troon beklom en het land regeerde. Geleidelijk
met de veranderingen in de wereld heeft ook steeds het militaire
systeem zich ontwikkeld. Vroeger was het regel dat de Keizer
zelf het leger leidde en zoonoodig werd hij vervangen door de
Keizerin of door den Kroonprinsin het algemeen gezegd, de
militaire rechten worden niet toevertrouwd aan het volk.
In de middeleeuwen werd in alles, zoowel in het militaire als
in het civiele stelsel, China nagevolgd. Toen de Keizerlijke garde
bestaande uit 6 afdeelingen, de afdeeiing belast met de keizerlijke
stallen en de grensbewakingstroepen waren opgericht, was de
grondslag gelegd voor de militaire macht.
Toen door den invloed van een langdurige vredesperiode ook
de Keizerlijke regeering langzamerhand aan kracht inboette, ont
stond er als vanzelf een aparte militaire klasse, waaruit vervol
gens de Samurai voortkwamen.
De militaire zaken kwamen geheel in handen van de leiders
van deze Samurai en hoe meer de maatschappij in verval geraakte
hoe meer ook de regeeringszaken in hunne handen kwamen. Onge
veer 700 jaren heeft de militaire kaste het bewind gevoerd Deze
verwording was in strijd met het fundamenteele karakter van ons
land de wetten van onze voorouders mogen niet door menschen
veranderd worden, daarom werd die toestand voor ons land
noodlottig.
In de Koka en Kaei periode (1844—1853) kwam de Tokugawa
regeering in verval, maar bovendien begon het buitenland zich
toen met ons te bemoeien. Wij zijn onze voorouders, de Keizers
Ninko en Komei, die zich zeer bezorgd maakten over den invloed
van het buitenland en ons land onbesmet wilden houden, zeer
veel verplicht.
Ik was nog jong toen ik den troon beklom, schafte allereerst
de politieke rechten van den Shogun af en bracht het gebied van
de Daimyo's weer terug aan den Staat. Binnen een jaar maakte
6
4. KEIZERLIJK EDICT VOOR HET LEGER (1882).