grooter de kans op storingen door het vermeerderde aantal ver
bindingspunten.
De verbinding van de kabels met de draaiende deelen van
vuurleidingstoestel en vuurmonden kan geschieden door middel
van contactstoppen, dan wel door sleepcontacten.
Wanneer men gebruik maakt van een contactstop moet de kabel
bij het veranderen van den stand van het draaiende deel over
een zekeren hoek (bv. eenige malen 360°) worden getordeerd. Is
door het volgen van het doel de grens van het draaiïngsgebied
bereikt, dan belet een sluitinrichting verdere torsie van den kabel.
Om in dit geval den kabel terug te winden wordt dan veelal
de stop uitgenomen en dus het contact tijdelijk verbroken. Dit
kan bij step-systemen licht aanleiding geven tot out of step ge
raken indien de stand van het vuurleidingstoestel wordt gewijzigd,
terwijl de stop bij toestel of kanon is uitgenomen.
Daar bovendien de voortdurende wringing van den kabel een
vernielende werking uitoefent op de aderen en op de isolatie, is
deze wijze van verbinding aan ernstige bezwaren onderhevig.
Bij gebruik van sleepcontacten worden genoemde nadeelen on
dervangen en is het aantal omdraaiingen onbeperkt. Echter eischt
deze constructie speciale voorzieningen, teneinde het indringen van
vocht en vuil tusschen sleepringen en stroomafnemers te voor
komen door oxydatie of vervuiling zullen nl. stroomonderbre-
kingen vonkvorming en inbrandingen worden veroorzaakt.
4. Wisselstroom of gelijkstroomstroombron.
Wisselstroom verdient voor het overbrengen van energie over
groote afstanden over het algemeen de voorkeur boven gelijk
stroom voor afstanden als voorkomen tusschen commando-post
en luchtdoelbatterij komt dit voordeel echter niet tot uiting.
Bij gelijkstroom doen zich corrosie-verschijnselen voor, welke
door polarisatie worden veroorzaaktdaar deze corrosie echter
slechts op den langen duur en bij hooge spanningen optreedt,
behoeft ook hiermede in het onderhavige geval geen rekening te
worden gehouden.
Zoowel wissel- als gelijkstroom kunnen, z. n. na bepaalde voor
zieningen, worden betrokken van een bestaand net, indien dit
op de gewenschte plaats aanwezig is.
Daar echter een dergelijk net in oorlogstijd niet voldoende
bedrijfszeker is, moet elke luchtdoelbatterij over een eigen stroom
bron, bv. in den vorm van een motor met generator, beschikken
eventueel kan hiertoe gebruik worden gemaakt van den motor
van een der tractors (mobiele batterij). Bovendien is vaak een
accu-batterij aanwezig, die bij plotselinge storing, of wanneer
de motor te veel geraas zou veroorzaken (bij nachtluistertoestellen),
de benoodigde energie kan leveren, welke z. n. wordt omgezet
in wisselstroom.
61