korpscommandanten van de marechaussee en het politielid der
legerpolitiecommissie hebben een ontwerp-regeling voor de
opleiding samengesteld en zijn van oordeel, dat op de aangege
ven wijze aan de marechaussee een alleszins voldoende politio-
neele opleiding wordt gegeven. Er zijn dus voldoende waarborgen,
dat de opleiding zeer zeker geen mislukking zal zijn.
ad 2o. Voor de marechaussee is het een bepaald vereischte,
dat zij van de terreingesteldheid en van de zeden en gewoonten
van de bevolking in de streken, waarin in eerste instantie haar
taak ligt, zoo goed mogelijk op de hoogte is, waarop de oefening
dan ook is ingesteld. Haar toch is in het bijzonder opgedragen,
om door veelvuldig patrouilleeren, door het voortdurend zoeken
van contact met hoofden en bevolking en het kennisnemen van
zeden en gewoonten, zich zooveel mogelijk met toestanden en
bevolking vertrouwd te maken. Dit is dan ook een van de
overwegingen geweest om juist de marechaussee uit te kiezen
voor het verrichten van politiewerk.
ad 3o. Aan dit bezwaar is niet volledig kunnen worden tege
moetgekomen. Echter dient te worden opgemerkt, dat 60 °/o van
het aantal manschappen der marechausseecompagnieën Javanen
zijn en 20 °/0 Manadoneezen, die getoond hebben voor politie-
arbeid geschiktheid te bezitten. Overigens zullen de motorrijders
een functie verrichten, waarbij het eigenlijke politiewerk niet in
de eerste plaats op den voorgrond staat. Voor dezen werkkring
kunnen dan marechaussee's worden bestemd, die min of meer
vreemd zullen blijven staan tegenover den Javaanschen landaard.
Voorts bedenke men, dat in de buitengewesten de veldpolitie
voor 75 a 80 °/o is samengesteld uit personen, die van Java af
komstig zijn. Waar de veldpolitie daar evenals op Java goed
voldoet, is hierin wel het bewijs gelegen, dat verschil van taal
en ras geen onoverkomelijk bezwaar oplevert.
ad 4o. De ervaring op Java betreffende het gebruik van
militairen voor politiediensten bleef beperkt tot het uitroeien van
het rampokwezen in de omgeving van Batavia en verder tot de
z. g. koffiebewaking.
Wat de eerstbedoelde verrichtingen betreft, kan de wijze, waarop
resultaat bereikt is geen maatstaf vormen voor de beoordeeling
van de voorstellen.
Over de verdiensten der militairen bij de koffiebewaking zijn
de meeningen verdeeld. Gunstige uitlatingen heeft de com
missie herhaaldelijk van bestuurszijde vernomen. Doch al zou
de totaal-indruk minder gunstig luiden, dan nog vormt die
indruk geen maatstaf, omdat voor de koffiebewaking de militair
zoo gehaald is uit zijn garnizoen en zonder eenige kennis van
zaken belast met politiediensten.
Het bij voorbaat aannemen, dat de mentaliteit der marechaus
see's een zoodanige is, dat zij ongeschikt zijn voor het verrich-
77