6. DE ONTWAPENINGSCONFERENTIE
door
A. GOTTSCHAL,
Kapitein der Infanterie.
(Vervolg, zie I. M. T. 1932, Nrs. 7 en 10).
HET SLOT DER EERSTE PHASE.
I. Inleidend overzicht van het in de voorafgaande maanden
verhandelde.
De eerste phase van de ontwapeningsconferentie eindigde met
het besluit, genomen tijdens de achttiende volledige zitting op
23 Juli, om de bewapeningsvacantie (zie Org. N. I. O. V., Jan.'32,
blz. 26 1. k.) met vier maanden te verlengen, waardoor deze in
plaats van op 1 November '32 den lsten Maart '33 zal komen te
eindigen. Dit besluit van de conferentie, door de Algemeene Com
missie in ontwerp aan haar voorgelegd, werd aangenomen met
49 stemmen en was een noodzakelijk gevolg van de door de
Algemeene Commissie eenige uren tevoren aangenomen resolutie,
waarin o. m. was opgenomen, dat het Bureau (bestaande uit den
voorzitter Henderson, den eere-voorzitter Motta, de 14 ondervoor
zitters der conferentie en de vier voorzitters van de groote, ver
tegenwoordigers van alle landen tellende commissies voor de land-,
zee- en luchtmacht en de defensie-uitgaven) eerst in de week,
welke 19 September begon, wederom zou bijeenkomen en de Alg.
Comm. hoogstens 4 maanden daarna haar werk zou hervatten.
De rustige voortzetting van de conferentie diende alzoo door
verlenging van het bewapeningsbestand te worden verzekerd
Zoolang men weigert te erkennen, dat met deze conferentie de
vrede niet wordt gediend, doch men integendeel van de voortzetting
te dezen opzichte gunstige resultaten verwacht, zal met de bo
vengenoemde verlenging zeer waarschijnlijk niet kunnen worden
volstaan. Het is evenwel de vraag of een volgende maal nog een
meerderheid voor zulk een maatregel kan worden gevonden, want
zooals te verwachten was (zie Org. N. I. O. V., Jan.'32, blz. 32 r. k.)
zijn de politieke tegenstellingen intusschen verscherpt. Die ver
scherping is in de eerste plaats te danken aan de over de geheele
wereld krachtiger wordende nationaal-economische politiek, die
een sfeer van wantrouwen kweekt en verwijdering doet ontstaan
79