selen als richtlijnen zullen worden aanvaard voor de tot stand te te brengen ontwapeningsovereenkomst a. Door de onderteekening van het Kellogg-Pact hebben alle aan deze conferentie deelnemende staten zich verbonden hun wapens alleen voor de verdediging te gebruiken. b. De vermindering van de bewapening moet niet alleen wor den verkregen door een algemeene inkrimping daarvan zonder meer, doch ook moet de verdediging betrekkelijkerwijze worden versterkt door de kracht van den aanval te verzwakken. c. De bewapening der verschillende naties zijn met handhaving van een bepaalde wederkeerige verhouding gegroeid. In het algemeen zal bij vermindering met die verhoudingen reke ning moeten worden gehouden. d. De vermindering moet reëel en positief zijn en economisch voordeelen opleveren. e. Er zijn drie onderling verbonden vraagstukken op te lossen, n. 1. vermindering van landmacht, zeemacht en luchtmacht. Geen deel der voorstellen kan op zich zelf of los van de andere worden beschouwd. ad a. Nu in den loop der laatste jaren ook aan het meeren- deel van het groote publiek is gebleken, dat het Kellogg-Pact slechts als een zinledige verklaring kan worden beschouwd, ge heel buiten de werkelijkheid van de huidige statensamenleving staande, doet een beroep op dat verdrag in de gegeven bewoor dingen den ernst van de geheele verklaring in twijfel trekken. ad b. In dit punt werd naast het beginsel der quantitatieve vermindering ook dat der qualitatieve ontwapening wederom aan bevolen, terwijl op dat moment reeds aan de geheele wereld bekend was, dat de doorvoering van het laatste niet wel moge lijk bleek, aangezien velen de krachtigste aanvalswapens noodig achtten voor de strategische verdediging. ad c. Hiermede werd dus beoogd de bestaande verhoudingen te handhaven. Uit het volgende deel van het ontwapeningsvoor stel blijkt evenwel, dat dit beginselpunt in hoofdzaak bedoelde de krachtsverhoudingen tusschen de groote zeemogendheden on gewijzigd te laten. In dit streven ligt n. 1. het zwaartepunt van Amerika's ontwapeningspolitiek. ad d. Uit dit punt en o. m. ook uit den aanhef van de ver klaring blijkt, dat Hoover in ontwapening een middel ziet om het geweldige begrootingstekort voor een groot deel te doen verdwijnen. Hij verwacht tevens, dat er een gunstige invloed van zal uitgaan op de economische crisis, wat echter te betwijfelen valt (zie Org. N. I. O. V., Jan. '32, blz. 30 r. k.). 82

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 82