Het Sept./Oct. nummer 1932 van „The Coast Artillery Journal" (Amerikaansch) bevat een zeer lezenswaardig artikel „The relation of harbor defences to naval and military strategy", waarin het groote strategische belang van een goede kustverdediging en het bezit van steunpunten duidelijk wordt uiteengezet. In verband met de hiervoren weergegeven „Army Note" wordt op de volgende passages uit dit artikel de aandacht gevestigd. «The sphere of the fleet," said Mahan," is on the open seaits objective, the enemy fleet and shipping wherever it may be found". Its (d. w. z. van de vloot) coastal duties are limited to the protective use of mines, boms and nets and to the employment of light craft for reconnaissance and patrol work. In the latter respect they render invaluable support to harbor defences. En verder „It is now an accepted principle of warfare that any line of resistance should be strong in fire power, but held with as few troops as possible, the bulk of the forces being held at stra tegic points in the rear to meet any contingency that may arise. Harbor defences are a direct application of that principle. By holding strategic points along our coast lines with a minimum force and with maximum fire power they permit the bulk of our forces, the mobile army, to concentrate, attain strategic freedom, and move to any threatened point on our coastal or land frontier. Volgens den schr. van dit artikel gaan derhalve de bemoeie nissen van de Marine met de kustverdediging niet verder dan het leggen van mijnen enz. en het verrichten van verkennings- en patrouille-opdrachten met licht materieel. Het bovenstaande toont mede duidelijk aan op welke wijze schr. zich de bevelvoering met betrekking tot de kustverdedi ging denkt. H. 94 Noot van de redactie. Reeds in 1904 bepleitte de toenm. gep. Kapitein ter zee J. P. van Rossum in een voordracht voor de Vereeniging ter beoefening van de Krijgsweten schappen over „De zeemacht in Ned.Indië, benevens een en ander omtrent hare samenwerking met de landmacht aldaar" voor Ned.-Indië een gelijke op lossing voor het kustverdedigingsvraagstuk als in de bovenvermelde „Army Note" gegeven. Spreker zeide o.m.„Maar hoe is dan samenwerking tusschen land- en zee macht mogelijk in de eerste plaats moet de landmacht de zeemacht geheel ontheffen van alle plaatselijke verdediging. Men onderschatte deze taak niet, maar behoeft haar niet te overschatten. In het algemeen genomen werd aan Vetdruk en cursiveeringen van ons.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 94