95 die plaatselijke verdediging in Oost-Indië nog weinig gedaan en natuurlijk moet hierin verbetering komen. Het zal de taak van de landmacht wezen te waken tegen een coup de main, overal waar de vijand hiertoe aanleiding zou kunnen vinden. Hij zal zulks beproeven om zich een of ander te verschaffen, van plaatselijke hulpmiddelen gebruik te maken of om door brandstichting invloed te oefenen op den gang van zaken. De landmacht zal dus ook moeten verdedigen reparatie-inrichtingen, kolen- depóts, munitie-, vivres- en andere magazijnen enz.; dit zoowel in het belang van de eigen zeemacht als om de voordeelen daarvan aan den vijand te ont zeggen. Door verbranding of op andere wijze zal desnoods het bezit voor den vijand waardeloos moeten worden gemaakt. Benevens batterijen zullen ook mijnen voor bedoelde verdediging noodig kunnen zijn of zal het gewenscht wezen, op andere wijze vaarwaters te ver sperren of onbruikbaar te maken. Kustbatterijen, defensieve torpedodienst enz. enz. zullen dus ook moeten ressorteeren onder het Departement van Oorlog. Hoe dit alles geregeld moet wezen en hoe hierbij gebruik gemaakt zal kun nen worden van de bevolking, valt buiten het kader van ons onderwerp. Ge noeg zij het te constateeren, dat deze last in geen geval gelegd mag worden op de zeemacht, omdat de practijk aantoont, dat de belangen van de plaatse lijke verdediging dan dadelijk op den voorgrond treden en het beginsel, dat het eskader los behoort te wezen van plaatselijke verdediging, hiermede wordt losgelaten."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 95