eerste plaats een beroep moeten worden gedaan op reserveoffi cieren en op de militie. Natuurlijk zullen zich bij de uitwerking moeilijkheden voordoen, doch die zijn er om te worden overwonnen. Op papier is de reorganisatie tot stand gekomen over het re sultaat mogen wij niet ontevreden zijn. Ook de kapitein Van Dij ken wees er op, dat er nog veel te doen is; niet alleen en niet in de eerste plaats voor de totstandkoming van de nieuwe orga nisatie met daaraan verbonden dislocatie in vredestijd, maar bovenal om aan dat gereorganiseerde leger in oorlogstijd zijn volle kracht te geven. De militie zal daarbij een belangrijke rol moeten spelen, waarbij in de eerste plaats aandacht ware te schenken aan het behoud van de militiecompagnieën voor die bataljons, die anders slechts over 3 compagnieën zouden beschikken. In vorenstaande beschouwingen gaven wij eenige suggesties, welke n. o. m. kunnen bijdragen om met bescheiden middelen de kracht van de nieuwe organisatie ten volle te doen ontplooien. Laten wij hopen, dat het Leger den tijd voor die oorlogsvoor bereiding moge worden gegeven en dat geen nieuwe moeilijk heden den rustigen arbeid, die daartoe vereischt is, komen verstoren. Aanteekening van de redactie. Met genoegen constateeren wij, dat ook buiten degenen, die bij het totstandbrengen der reorganisatie rechtstreeks betrokken zijn, voor de daarmede samenhangende vraagstukken warme be langstelling bestaat. Schr. stelt eenige vragen, welke getuigen van twijfel of het te onzer beschikking staande personeel en materieel wel ten volle bij de organisatie benut zijn en zullen worden. Uiteraard kunnen over deze zaken, die grootendeels de oorlogs- organisatiën betreffen in dit tijdschift geen mededeelingen worden gedaan. Wèl kunnen wij schr. verzekeren, dat hij vertrouwen kan hebben in de Leiding van het Leger, die aan deze aangelegen heden de volle aandacht wijdt. Met uitzondering van de noodig geoordeelde materieelreserve zal in de organisatiën geen stuk in de bewapening onbediend blijven, waarvoor personeel te vin den is. Uit de inmiddels bij den Volksraad in behandeling genomen nieuwe opstelling van de oorlogsbegrooting 1933 zal schr. intus- schen reeds gebleken zijn, dat de compensatie voor de vermin derde sterkte van de cavalerie gezocht wordt in pantserauto's, terwijl uit de Memorie van Antwoord blijkt, dat bij de veldinfan- terie een aantal militiecompagnieën behouden kon blijven. 113

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 5