183 Aflossing is slechts in beperkte mate mogelijk. Moet men aannemen, dat een aanval op handen is, dan wordt de bezetting versterkt met in beginsel 1 divisie veldlegertroepen per divisie stelling troepen (versterkte bezetting). De divisie van het veldleger heeft tot taak het aflossen van de voorposten, het bedienen van mitrailleurs en lichte mortieren in de tusschemuimten der werken, het versterken van de bezetting van kwetsbare punten, het vormen van reserves. De divisie stellingtroepen is nu uitsluitend bestemd voor het bezetten van de duurzame versterkingen en het vormen van aflossingen voor de bezettingen. Als de omstandigheden daartoe leiden, zal de bezetting van de stelling nog verder moeten worden opgevoerd. Op de organisatie van de divisie stellingtroepen zal hier niet nader worden ingegaan. jj.ii- In verband met hun afwijkende taak en opleiding bestaan de stelling- troepen als zoodanig reeds in vredestijd. Zij worden uit de naaste omge ving gerecruteerd. Dat gebied wordt zoo klein mogelijk gehouden door geen onderscheid te maken in jaarklasse en zich dus niet te beperken tot enkele lichtingen. De Generaal C. ontleent uitvoerige beschouwingen over de stellmgtroepen aan een werk „La garde de nos frontières" (1930) van den Generaal TARGE. Duidelijk blijken de groote moeilijkheden om stellingen, gelegen dicht bij de grenzen, tijdig met voldoende troepen te bezetten". Noo- worden belangwekkende bijzonderheden vermeld omtrent zoek licht e ft, de taak van de mobiele stellingparken, de pro gramma's van werkzaamheden bij het inrichten van de stelling of het in staat van verdediging brengen van de stelling, de toepassing van semi-permanente betonwerken, vernielingen en on derwaterzettingen, de stellingen in het achterland en de verdediging van Par ij s, het benutten van oude versterkingen," terwijl wij ten slotte de volgende aanteekeningen van schr. bij het werk van gen. Culmann overnemen. „In Frankrijk legt men den nadruk op het defensieve karakter van de nieuwe versterkingen en verwerpt men iedere gedachte aan een offensieve beteekenis. Van Duitsche zijde betoogt men, dat die versterkingen een offensieve beteekenis hebben, dat wil zeggen, dat de Fransche legers steun zouden vinden in de versterkingen bij een aanval op Duitschland. De meest juiste opvatting lijkt ons de volgende. Van een eng standpunt beschouwd hebben de grensversterkingen plaat selijk een defensieve taak te vervullen. Die verdedigende taak kan zijn een voorbereiding tot aanvallend optreden. De grensversterkingen moeten namelijk de mobilisatie en concentratie van de groote massa van het leger, alsmede de groote industrieën in het grensgebied beschermen. Daarvoor waarborgen zij de mogelijkheid van een later aanvallend optreden, zoodia de concentratie van de groote massa van het leger is voltooid, en waar borgen zij voorts het bezit van een krachtige oorlogsindustrie als grondslag voor de verdere oorlogvoering. De nieuwe grensversterkingen hebben dus wel degelijk, naast een defensieve beteekenis, een groote offensieve waarde. Opgemerkt dient echter 'te worden, dat het een dringende eisch is in het welbegrepen eigenbelang van een volk, dat een eventueele oorlog zoo mogelijk naar vijandelijk gebied wordt overgebracht en dus aanvallend wordt gevoerd. Op zich zelf behoeft die eisch niet te wijzen op oorlog zuchtige bedoelingen. Ook in het boek van den Generaal CULMANN treedt de verdedigende taak sterk op den voorgrond. Wèl wordt door hem het beloop van de front-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 75