297 bewijs gedeponeerd in het magazijn. Voorwerpen van waarde worden in een zakje weer aan den patient teruggegeven. Door bloedverlies of shock bewusteloos geworden patiënten ontvangen hier een zoutwaterinfuus of andere noodig geachte behandeling. V. Theatre, (eigenlijke operatiekamer) Alle operaties worden hier verricht eventueel nadat eerst een Röntgenonder zoek heeft plaatsgevonden. Na afloop der operaties worden de lijders, goed toegedekt, teneinde afkoeling gedurende het transport te voorkomen, naar de „major surgical wards" vervoerd. Le Bulletin international, organe des Congrés internationaux de médecine et de pharmacie militaires. Augustus 1932 no 8. La vaccination antidiphtérique dans t'armée frangaise. De médecin-général-inspecteur Dopter wijst in zijn artikel op de sterke toename van het aantal diphteriegevallen in het Fransche leger, (1913: 0.94 %0; 1920: 2.28 °/00 1926: 8.78 %0; 1929: 6.39 %o) en zegt dat zulks ook in andere Europeesche landen is geconstateerd. Opvallend is, dat dit ook geldt voor de Europeesche militairen van ons Nederlandsch-Indische leger, bij wien een niet onbelangrijke stijging van het diphterie-ziektecijfer in de laatste jaren is voorgekomen, hetgeen blijkt uit het volgende staatje 1928 0.13 1931 1.30 %o 1929 0.73 o/00 1932 2.50 1930 0.98 0/00 Desniettemin blijft ons hoogste ziektecijfer van 2,5 °/00 in 1932 nog ver bene den het Fransche getal van 6 a 8 %0. Bij bepaalde Fransche regimenten was het aantal gevallen natuurlijk nog veel grooter dan het gemiddelde ziektecijfer aanduidtwelke prophylactische en hygiënische maatregelen men ook nam, het gelukte niet de ziekte afdoende te bezweren, welke mislukking moet worden toegeschreven aan het feit, dat de soldaten in voortdurend contact staan met de burgerbevolking, onder welke laatste groep de infectiegraad betrekkelijk hoog is. Daarom besloot de Fransche militair geneeskundige dienst na een reeks gunstig verloopen proefnemingen, tot invoering van de vaccinatie der mi litairen met anti-diphterie-vaccin, waarvoor werd gekozen het anatoxin van Ramon. Dit werd, gemengd met het gebruikelijke typhusvaccin, ingespoten, nl. achtereenvolgens 0,5cc, lcc en 1, 5cc van het anatoxin met een sterkte van 10 anatoxische eenheden per cc. Dat deze menging met het typhusvaccin de immuniseerende werking van het diphterivaccin niet schaadde, doch zelfs het vormen van specifieke afweer- stoffen bevorderde, was van te voren door de onderzoekingen van Ramon en Zoeller overtuigend aangetoond. Eerst werden alleen militairen met een positieve Schick-reactie ingespoten, later allen zonder onderscheid. Sedert April 1930 werden aldus de jonge recruten bij 29 regimenten, waar bij diphterie endemisch en soms epidemisch voorkwam, met het gemengde typhus-diphterie-vaccin ingeënt. Van 5923 volledig ingeënte militairen kregen desniettemin 12 diphterie, waarvan 7 binnen 2 tot 15 dagen na de 3e injectie, dus voordat volledige immuniteit kon zijn tot stand gekomen. Deze 7 kunnen dus verder buiten beschouwing blijven. De overige 5 gevallen vormen een ziektecijfer van 0.84 %0 voor de ingeënten. Onder de overige 19.000 niet-ingeënte militairen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 105