2. RIVIEROVERGANG. door F. G. L. WEIJERMAN. Kapitein der Genie. (Met 1 schets). Inleiding Doel van dit opstel is te wijzen op de belangrijke taak, welke den pioniers in ons leger bij het offensief tegen een B. V. op het gebied van rivierovergang wacht, in het bijzonder om na te gaan in hoeverre onze huidige uitrusting met pioniers en pioniermate- rieel een rivierovergang mogelijk maakt. In verband met de in dit opstel te verwerken beschouwingen, zullen rivierovergangen worden onderscheiden naar den tactï— schen toestand en daarbij gemakshalve worden ingedeeld in de volgende drie typen a. die, waarbij de vijand nog op zeer grooten afstand is b. die, waarbij 's vijands gros zich reeds dichterbij, maar nog op ten minste eenige dagmarschen afstand aan gene zijde der rivier bevindt, terwijl de vijandelijke oever reeds nu en dan op een of enkele plaatsen door zwakke vijandelijke afdee- lingen is bezet; c. die, waarbij de overzijde der rivier op het front van over gang krachtig door den vijand wordt verdedigd. Hieronder niet alleen te verstaan een passieve verdediging (den afweer onmiddellijk aan den oever beoogende), doch ook een actieve verdediging (een mobiel gros voor offensief optreden meer centraal achter het te verdedigen front opgesteld, met be trekkelijk zwakke krachten voor bewaking aan den oever), waarbij eventueel op een of meer belangrijke gedeelten de bewakingstroepen door een sterker detachement nabij den oever zijn vervangen, zulks ten einde bij overgang aldaar den vijand reeds dadelijk verliezen en vertraging op te leggen. T. a. v. de mogelijkheid dat ons leger in de toekomst een rivier overgang als vermeld sub a, b of c zal moeten uitvoeren, wordt vermeend, dat deze mogelijkheid niet alleen zeer groot is, doch dat de geoefendheid van ons leger in de overschrijding van een rivier in elk der voornoemde gevallen van het grootste belang 211

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 19