citeit der verscheidene uiteenloopende soorten moge worden volstaan met te verwijzen naar de door den Kapitein der inf. P. Scholten destijds in het Orgaan der N. 1.0. V. (polemiek over pontonbruggen in Indië) vermelde gegevens. Beperkt voorbereid materieel is hiervoor aanwezig in den vorm van drijfzakkenvlotten, pontonvlotten, drijvervlotten en drumvlotten. Drijfzakkenvlotten. In het K. M. G. is ruim een honderdtal drijfzakken aanwezig, bestemd voor en deel uitmakende van de voorbereide drijfzakken- brug, doch ook bruikbaar voor vlotten. Voor vervoerwijze en indeeling zie hieronder bij drijfzakkenbrug. De drijfzakken die hun drijfvermogen ontleenen aan een vulling van j+60 kg. stroo binnen een waterdicht omhulsel en die, eenmaal gevuld, zwaar en daardoor minder gemakkelijk te hanteeren zijn, worden met afzonderlijk gebruikt, doch kunnen worden gecombineerd tot drie soorten vlotten, n. 1. van 2, 3 en 5 zakken, voor het roeien van welke vlotten onderscheidenlijk 3, 3 en 5 man noodig zijn. Boven de roeiers kunnen nog vervoerd worden respectievelijk 3, 7 en 12 volledig uitgeruste manschappen. Het draagvermogen der vlotten vermindert echter na eenigen tijd in niet onbelangrijke mate. Het voor de vlotten benoodigde raamwerk is niet voorbereid. Voor het roeien zijn geoefende manschappen noodig. Het gunstigst zijn wel de driezakkenvlotten, met een laadver mogen van 7 bepakte Infanteristen dan wel 1 mitrailleur 4 man dan wel 2 geleiders 2 zwemmende paarden Noodig zijn voor het overzetten van een sectie Inf. 8 vlotten; voor een compagnie 25 vlotten (geen km. karren) en voor een mi trailleurcompagnie (zonder paarden en trein doch per mitr. met 2700 patr.) 34 vlotten. Voor het te water brengen van een op 30 m. van den oever liggend vlot is noodig een minuut, tijd noodig voor inschepen, overzetten over een 100 m. breede rivier, ontschepen en weer terugkeeren 10 minuten. Aan vulmateriaal (eventueel ter plaatse te kappen of te verzamelen, indien zulks niet mogelijk is, aan te voeren) is per driezakkenvlot noodig 180 kg. voorts 20 bos talidoeg, 25 m. bamboe (diameter 8 a 12 cm.), 3 pagaaien en 2 draagstokken. Eigen gewicht ledige zak 7 kg., gewicht compleet driezakkenvlot 260 kg. Bij geoefende manschappen en aan wezigheid ter plaatse van vulmateriaal enz. kunnen door een sectie pioniers de vlotten, noodig voor het overzetten in één vaart van C. VLOTTEN

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 25