bevolking of andere legeronderdelen tijdig worden beschikbaar gesteld de hiervoren vermelde werktijden in vele gevallen met eenige dagen moeten worden vermeerderd. f. Personeel Wat het beschikbare aantal pioniers betreft, zij vermeld, dat bij de jongste reorganisatie wel is waar geen belangrijke achter uitgang in sterkte plaats had, doch dat het voor 60 pCt. uit militie bestaan der nieuwe oorlogssectie o. m. stellig het nadeel van verlenging der hiervoren op beroepspersoneel gebaseerde werktijden zal meebrengen, een verlenging, welke nog niet in cijfers kan worden aangegeven. In hoeverre deze verminderde werkkracht te rijmen is met het vervangen der compagnie als eenheid door de sectie zal de ondervinding moeten leeren; men vergete hierbij niet, dat voor brugslag van eenig belang, zoolang wij nog geheel op geïmproviseerde bruggen zijn aangewezen, samenwerking van alle secties der compagnie regel zal zijn. In hoeverre door de invoering der sectie als eenheid de daaraan noodzakelijkerwijs verbonden verdere decentralisatie van den G.T. een gunstige samenstelling van dezen laatsten zal opleveren, zal de in het vooruitzicht gestelde nieuwe desbetreffende genieorder ons vermoedelijk binnenkort doen zien. T. a. v. de mogelijkheid van brugslag door andere wapens zij vermeld, dat men zoolang het reeds geruimen tijd in bewerking zijnde nieuwe pioniervoorschrift niet is verschenen en de andere wapens niet over gereedschap, materiaal en oefentijd beschikken, bij ons leger behoudens misschien bij het gebruik van door waadbare plaatsen—in tegenstelling met buitenlandsche legers geheel op de pioniers met hunne geringe sterkte en povere uit rusting is aangewezen. Opgemerkt dient voorts, dat overgang van niet doorwaadbare rivieren in het algemeen vooral het overtrekken van eerste afdeelingen van eenige belangrijke sterkte nog schaars beoefend wordt. Wel is waar wordt een enkele maal bij manoeuvres een tipje van den sluier opgelicht, doch de moeilijkheden worden vrijwel steeds b v. door een gunstig gekozen onderstelling vermeden, zoodat op het hiaat in onze organisatie aan uitrusting met pioniers en materieel zelden het volle licht valt. Ten slotte zij vermeld, dat ook de geoefendheid der pioniers naar dz. meening door verschillende omstandigheden nog te wen- schen overlaat. Daar in werkelijkheid in de laagvlakte rivierovergangen zullen moeten worden uitgevoerd en het karakter der rivieren aldaar geheel anders is dan in de bergen, moet een garnizoen voor de pioniers te Tjimahi hoe gunstig ook bij ons vroegere defen siesysteem thans voor de oefening als minder juist worden aangemerkt. Men mag wel zeggen, dat op een enkele uitzondering 224

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 32