De draagpaardencolonne (waarbij zich de draagpaarden
van de hulpverbandplaatsafdeeling kunnen bevinden) van
6 munitiepaarden 4- het overgebleven reservepaard kan
nu onder Co. van den res. Cdt.-G. T. den bataljonsstaf
in het terrein volgen.
ad 3 en 4. Is reeds in het voorgaande verwerkt en behoeft dus
geen nadere toelichting.
Het bataljon heeft nu ingevolge de gegeven bevelen in het ter
rein direct beschikbaar
bij de cieën.l'/2 dagvoorraad per k. dragende,
alle handgranaten,
2200 patrn. per km. (waarvan 1200 in houders),
bij den bat. staf: 12.000 patrn., d.i. gemiddeld 333 per km., om
in de eerste behoeften van de cieën. te voorzien.
Deze voorraad is niet groot en zal dus zoodra
het munitiedepot wordt opgericht aangevuld
moeten worden uit den G. T., waartoe alle of
een deel der draagpaarden moeten terugkeeren.
B. De bataljonscommandant beveelt
1. cieën. geven uit: alle munitieransels,
alle k. munitie,
alle handgranaten,
rest km. munitie in tasschen volgt op draagpaarden
bij de cieën.,
rest km. munitie in trommels volgt op draagpaarden
der cieën. en res. paarden van den bat. staf onder Co.
van res. Cdt.-G. T. achter den bat. staf.
2. Geen G. T.-munitie uitgeven.
3. alle karren verplaatsbaar houden.
4. als onder A. 4.
ad 1. De cies. Cdtn. bevelen nu
a, b en c als zonder A. ad 1. a, b en c.
d. Niet uitgegeven km. munitie en V. H. paarden ver
zamelen aan den staart van de cie.de km. munitie in
tasschen volgt op 1 draagpaard onder Co. van den
fourier achter 3e sectie de km. munitie in trommels
wordt door zorg van den karren-Cdt. met S. V. H.
paarden gebracht naar (plaats bat. staf).
241
O. i. is deze gegradueerde de aangewezen man voor Cdt. van het muni
tiedepot van het bataljon (zie later).