e. lamoenpaarden aangespannen laten. als onder A. ad 1. f. De sectie-Cdtn. kunnen met vrijwel dezelfde bevelen volstaan als onder A. De gang van zaken is eveneens vrijwel gelijk, m. d. v. dat nu van de aan den staart van de cie. verzamelde km. munitie de 9 groote 9 kleine tasschen op 1 draagpaard geladen worden (58,6 kg.) en dat de 9 trom mels a 1000 patrn. naar den bat. staf gebracht worden door de overige 3 V. H. paarden (waarbij elke geleider dus 1 trommel zelf zal moeten dragen). Bij den bat. staf worden nu verzameld 4 X 9 36 trommels a 1000 patrn. en 4 X 3 12 draagpaarden van de cieën. Tezamen met de 5 reservepaarden van den bat. staf kunnen dus 17 X 2 34 trommels a 1000 patrn. vervoerd worden, zoodat het noodig zal zijn de 40 doozen der 2 overblijvende trommels over deze 17 paarden te verdeelen, dan wel door de geleiders te doen dragen. ad 2, 3 en 4. Behoeft geen nadere toelichting. Het bataljon heeft nu in het terrein direct beschikbaar: bi] de cieën. l'/2 dagvoorraad per k. dragende, alle handgranaten, 1200 patrn. per km. in houders (waarvan 144 Pf k"1- biJ' de Co- groep (of achter 3e sie.). bij den bat. staf: 36.000 patrn., d. i. 1000 per km. C. De bataljonscommandant beveelt: 1. cieën. geven uit: alle munitieransels, alle k. munitie, alle handgranaten, en ontvangen uit G. T. 500 patrn. per km. de km. munitie in tasschen en trommels volgt bij de cieën. op draagpaarden. 2. uit den G. T. volgt zooveel mogelijk km. mun. op draag- paarden bij den bat. staf onder Co. van res. Cdt.-G. T. 3. Cdt.-G. T. stelt de karren van bt. staf op te „waarheen ook de cieen. de veldzakkenkarren dirigeeren. en^Lie'cStn^tnir-Hrf^106'61106 detailbevelen van de cies- en sectie-Ldtn. kortheidshalve met vermelden, daar zij gemakkeliik uit het vorenstaande zijn af te leiden. amceiijic Zie noot 1 op blz. 238 242

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 50