Hieruit volgt, dat de categorieën a en b verlicht worden me
0,9 kg.; de andere categorieën daarentegen een belangrijk zwaar
deren last te torsen krijgen. Dit laatste is inderdaad een groot
bezwaar, doch wij zien geen andere oplossing.
Een ander punt dat wij even willen bespreken is het uit de
uitrusting van den man vervallen zijn van het tweede stel boven-
kleeding en het tweede paar schoenen. Dit geeft een verlichting
van de marschbepakking van gemiddeld 2,3 kg. per man en is
alleen uit dien hoofde dan ook aanvaard. Hiervan is echter het
gevolg, dat deze artikelen nu bij het bataljon of bij het regiment
medegevoerd moeten worden, want men kan deze uitrustingstukken
toch bezwaarlijk verder naar achteren verschuiven. Het bataljon
volgens Bijlage 2 van 1. K. V. No. 75 telt 856 veldzakdragenden
of daarmede gelijkgestelden. Het mede te voeren gewicht bedraagt
dus 856 X 2,3 rond 1970 kg., waarvoor 7 treinkarren noodig
zijn (berekend volgens het gewicht en niet volgens het volume).
Dit is met het oog op het geleidersvraagstuk niet aanvaardbaar;
men zal deze artikelen dus regimentsgewijze moeten medevoeren
op auto's met alle bezwaren daaraan verbonden. Alsdan bedraagt
het te vervoeren gewicht 2944 X 2,3 rond 6770 kg., waarvoor
noodig 6 auto's van 1,35 ton (bij onderdeelsgewijze belading
nog meer).
En hoe denkt men zich de distributie van deze artikelen Deze
zal toch alleen kunnen geschieden op rustdagen en in kantonne-
menten welke voor auto's bereikbaar zijn (daar anders de treinkar
ren weer ingeschakeld moeten worden). Wij vreezen dat deze aan
gelegenheid in de praktijk heel wat moeilijkheden zal veroorzaken.
En hoe denkt de soldaat erover Wij vermoeden, dat hij zich
het meerdere gewicht van 1 kg. voor een stel reserve-boven-
kleeding gaarne zal willen getroosten. Ook voor het 2e paar
schoenen moet en kan o. i. een andere oplossing gevonden worden.
Nu loopt onze niet-europeesche soldaat wel gemakkelijk op bloote
voeten en een deel onzer europeesche soldaten ook, doch in oor
logstijd hebben wij ook rekening te houden met militie en landstorm.
Waarschijnlijk zal iedere soldaat in zijn veldzak wel (al dan niet
clandestien) een paar gemakkelijke schoenen (bijv. de zoo populaire
en goedkoope „gymnastiekschoentjes" met een gewicht van
0,5 kg.) medenemen om zich althans 's avonds en op rustdagen
van de „spijkerschoenen" te kunnen bevrijden (gebeurt dit op de
buitengewesten niet steeds?). Zouden er onoverkomelijke be
zwaren tegen zijn om dergelijke schoenen in de uitrusting van den
soldaat op te nemen Wij gelooven het niet.
De gewichtsvermeerdering van de marschbepakking zou dan
1,5 kg. bedragen en opgeteld moeten worden bij de 2e kolom
van het staatje op blz. 247 Zouden troepenofficieren zich niet eens
over de wenschelijkheid en mogelijkheid van dit vraagstuk wil
len uitspreken
Slot volgt).
248