4. VEREENVOUDIGING VAN DE BEREKENINGEN BIJ HET SCHIETEN DER ARTILLERIE. door A. R. W. GEY VAN PITTIUS, Majoor der Artillerie. De in de tabellen en grafieken voor de verschillende vuur monden gegeven grafieken voor dV., dT AB, dH. di/i, Wb en Wdw geven alle eene kromme voor eene vaste waarde van deze factoren, waardoor nog eene vermenigvuldiging moet worden verricht om het juiste bedrag voor de vermeerdering of vermin dering van den afstand te verkrijgen voor de werkelijke waarden daarvan. Door het aanbrengen van eenige convergeerende lijnen en ge tallen kan een ieder voor zich zelf deze grafieken bruikbaarder maken en de bovenbedoelde vermenigvuldiging grafisch aflezen. Nemen wij hier in beschouwing de grafieken voor 7,5 cm Vd. (de overige zijn geheel overeenkomstig bij te werken) en wel die voor de St G. Op 10 cm. van de hoekpunten van de assenstelsels bij den afstand 6 km. wordt het snijpunt van de convergeerende lijnen aangenomen, die van daar naar de getallen op de Y-as worden getrokken. Bij de X-assen worden om de cm. de getallen van rechts naar links oploopende van 0 tot 10 gezet (zie de bijlage). Heeft men bijv. voor een dV0 10 m. eene correctie van —80 m. gevonden en is de dV„ 7, dan gaat men langs de getrokken schuine lijn van 80 naar beneden tot men de loodlijn van 7 ont moet en hier leest men op de Y-as den afstand 56 af (0,7 X 80 56). Voor tusschengelegen waarden behoeft men geene schuine lijn te trekken en kan men op het oog schatten. Op dezelfde wijze kan men voor de overige factoren handelen en leest men voor de waarden van: di/i van 0,01 tot 0,1, Wb, Wdw „1 „10 m., dT AB 1 10 gr., dV0 1 10 m., en dH 10 100 m. Met een grafiek. 249

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 57