291 de methode van opeenvolgende concentraties is getreden, welke zwaardere eischen aan de verbindingen stelt. Ter sprake wordt nog de huidige in de Ver. St. aanvaarde organisatie van den verbindingsdienst gebracht, welke een resultaat is van de studie van de meest vooraanstaande militaire des kundigen aldaar. In de plaats van het vroegere „Signal bataljon", dat de ver bindingen in de divisie verzorgde, is men tot een zekere decentralisatie in de organisatie overgegaan, waarbij ieder onderdeel (Div. Staf, regiment, bataljon enz.) zijn eigen verbindingsafdeeling bezit, welke verantwoordelijk is aan den commandant van het betrokken onderdeel voor de verbindingen. Zij vormen dus een deel daarvan en behooren niet langer tot een zelfstandig verbindingsba taljon. Zeer positief is schr. hier in zijn oordeel, waar hij zegt: „In this man- „ner the communications personnel operating within a regiment or bataljon is „composed of men who are of that unit and who are under the direct com- „mand of its commanding officer. It is thus hoped to avoid alle questions of „duplication in command and also any unfortunate jealousies which may arise „between branches of the service. Probably the greatest good arising from „this arrangement comes about through special training insisted upon by the „officer in command for the communication element uuder him. He is bound „to give more consideration to this vital feature of training than he did when „it was handed entirely by the division signal battalion". (Deze woorden zijn voor ons leger, waar men juist, met uitzondering van de artillerie, aan de on derdeden de verbindingsmiddelen onttrokken heeft, wel aandachtige beschou wing en overdenking waard). Schr. ziet ten slotte in de voortdurende ontwikkeling van de verbindings middelen de remedie tegen het euvel van het schieten in eigen linie. Lt. H. H. Hunt behandelt in het „Field Artillery Journal" van Nov./Dec. 1932 de begeleidende artillerie. Zijn studie is daarom van belang, omdat schr. zijn denkbeelden toelicht met een groot aantal voorbeelden uit den wereld oorlog, waardoor duidelijk wordt aangetoond, dat de normale divisie-artillerie niet in staat is der infanterie op korten termijn en nabij den vijand afdoenden steun te verleenen. „Unlike the artillery of direct support, accompanying artillery has a precise „and limited mission the close support of the infantery. It follows the „infantery closely and attacks enemy elements immediately dangerous to the „infantery at short ranges with surprise and rapidity. It maneuvers rapidly „and keeps it communications simple. Its most usual targets are machine guns, „tanks and points of resistance. A weapon of opportunity, it muts be handled „with skill, determination and boldness. Schr. behandelt nog de oorzaken, waarom de div. art. over het algemeen niet in staat was „the close support" te verzorgen. Wij willen van dit hoofd stuk slechts dat gedeelte in beschouwing nemen, waar schr. zich a. h.w. beklaagt over de te zeer op zich zelf staande oefening van infanterie en artillerie, hetgeen uiteraard moet leiden tot een geringe mate van samenwerking op het gevechts- veld. Aangehaald wordt hier een artikel van een Engelschen schrijver die, „the close support" behandelende, opmerkte dat „at the Staff College" bij het onder werp „aanval en tegenaanval" een aantal voorbeelden werden gegeven van der gelijke aanvallen uit den wereldoorlog, in hoofdzaak afkomstig van inf. officieren. Doorgaans ontbrak daarbij de noodige artillerie-ondersteuning, ten gevolge van het falen van de verbindingen, den slechten toestand van het terrein of wel, zooals veelal werd gezegd „I don 't know where they wers, firing a barrage somewhere, I think." Daar tegenover stond dan de meening van den artillerist, die ten aanzien van „the close support" zeide: „You practically mean handing the guns over to the infantery? They don't know how to use them, of wel „I know an infantery-man who was given a section of pack-artillery and who told its commander to put the guns up some trees in order to fire down a communication trench." Het is uiteraard noodzakelijk dergelijke verhalen met de noodige restrictie te beschouwen, doch hoe het ook zij, duidelijk komt daarin naar voren, dat er op het gebied van samenwerking en vooral van de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 99