gewektreSele"' eMige belanf=s'dli"8 leze richting te hebben
Geraadpleegde bronnen
1. Lajang Damar Woelan, bewerkt door D. van Hinloopen
Labberton.
p T Uitgave Visser Co, Batavia 1905.
Hlstory °f lava, door Sir Stamford Raffles, F. R. S.
Deel 1 en Platenatlas,
o n x Uitgave John Murray, London, 1830.
3. De Tava-Oorlog, door P. F. J. Louw.
Tweede Deel.
4. /avaansch Woordenboek van P. Jansz.
Uitgave Van Dorp Co, 1913.
B ij 1 a g e 1
nederlandsche vertaling van
Praboe Menaq-Djingga doet zijn leger in de
slagorde van den kreeft opstellen De strHd
wordt hervat. Rangga-Lawé bezwijkï'ten slotte
door vijanden overstelpt. Vierhonderd k r ii e r s'
die hem met willen overleven, deelen zijnoot!
Niet lang daarna kwam de vorst, reeds geheel uitgerust voor
veTvoerl;snaarHéU,t^^tg«afe Zij" beide onderbe"
veivoeraers. He, Angkat-Boeta en Kot-Boeta, weest beidpn
behoedzaam, dat zoo straks wordt aangevallen in de slagorde van
den kreeft; versteek je in de bosschen, neem 1000 man aan elke
zich'„let TJ^5™"0rS,S'Uk) V°rmen e" de zullen
gegera.' mtrettlebekteSnsfagP1,dteVSt rond"Sdn
Het leger van den vorst vertrok, legde den tocht met grooten
spoed af en was al in Daha aangekomen. g 6"
e" Kot~Boeta, van elkaar gescheiden ieder met
1000 man, stelden zich verdekt op in het bosch, zoodanig dat zi
snldafezie" D A worden' doch Slechts zichtbaar bleven'voor de
soldaten van Praboe Menaq-Djingga en het leger van de heide
322 sen (woordelijk vertaald niemand wist het, alleen de soldaten
T O O N E E L XXV
VAN DE
LAJANG DAMAR WOELAN.