5. HET LICHTE TWEE-MOTORIGE VLIEGTUIG. door E. T. KENGEN, Kapitein der Infanterie. (met een schets). Over de gebruiksmogelijkheden en voordeelen van twee- motorige vliegtuigen voor militaire doeleinden kwamen in de laatste jaren heel wat pennen in beweging, welke omstandigheid de wisselwerking aantoont die de perfectioneering welke dit type onderging, uitoefende op de aan een goed vliegtuig van dit type bestaande behoefte. De snelle evolutie der luchtvaart is overbekend, wordt wellicht te vaak zelfs als vanzelfsprekend beschouwd. Zij maakt echter de constante waarneming en de waardeering van de consequenties dezer evolutie vanuit een militair oogpunt urgent. Een zekere mate van conservatisme, momenteel vaak ten onrechte gesterkt door bezuinigingsnoodzaak, mag geen beletsel vormen om te onderzoeken of de door een bepaald vliegtuigtype te spelen rol wijziging onderging, en of wellicht voor nieuwe vliegtuigen ook rollen beschikbaar kwamen. Wij kwamen er in een vorig artikel reeds toe het twee- motorig vliegtuig meer op den voorgrond te plaatsen, en hadden daaraan vastgekoppeld een volledige reorganisatie van de uitrus ting onzer luchtstrijdkrachten. Deze laatste zullen wij in deze bespreking buiten beschouwing laten, en ons binnen het bestaande kader beperken tot een nadere bespreking van de factoren welke het twee-motorige vliegtuig voor verschillende doeleinden zoo aantrekkelijk voor ons maken. Deze factoren zijn in onze oogen zóó belangrijk, dat wij er aanleiding in vinden ons scherp partij te stellen voor de geleidelijke opname van dit type in onze uitrus ting, ten koste van de nu in de uitrusting aanwezige een-motorige tweepersoons-verkenningsvliegtuigen. Het is ons gebleken dat omtrent de definitie van een twee- motorig vliegtuig zooals wij dat zouden wenschen voor onze verhoudingen, nog geen klare begrippen bestaan. Zoo trof het ons dat in het W.J. 1932, (pag. 31), de Schr. van het hoofdstuk Luchtvaart vermeent dat wij een uitrusting onzer L. A. met zware 347 l.M.T. Sept. 1931.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 51