10 uur reizen) nog wel genoegen worden genomen met: „een broodje en een gevulde veldflesch bij den man'', zoodra de duur van het vervoer langer wordt stuiten wij al direct op de moeilijk heid een avondmaaltijd en c q. het ontbijt voor den volgenden dag te verschaffen. Immers daar de man gedurende den geheelen reisdag moest volstaan met brood en thee, behoort na afloop der reis (tegen den avond) een behoorlijke maaltijd te worden ver strekt, en moeten dus maatregelen worden getroffen, om deze z. s. m. na aankomst gereed hebben. Waar een optreden van het veldleger in Oost-Java, tot de mogelijkheden behoort, moet de verplegingsdienst derhalve kunnen voldoen aan den eisch bij groot spoorwegvervoer gedu rende meer dan een (zelfs drie) dagen de troepen, liefst op zich daartoe eigenende tijdstippen van een eenvoudigen, doch voldoen den maaltijd te kunnen voorzien, terwijl gedurende de geheele reis een voldoende hoeveelheid thee of drinkwater moet kunnen worden verstrekt. Bovendien moeten ook de paarden van voldoende hard en lang voer en van drinkwater kunnen worden voorzien. Men kan nu niet meer volstaan met „een broodje en een gevulde veldflesch'', doch moet, zeker op den 2en en 3en reisdag, drie maaltijden per dag verstrekken. Hoewel de verpleging der paarden uit den aard der zaak min der moeilijkheden zal opleveren dan die der menschen, dient deze toch ook goed overdacht en voorbereid te worden, wil men niet voor verrassingen komen te staan. Men zal ons wellicht tegenwerpen dat het vervoer van West naar Oost toch wel het langste traject is waarlangs militair ver voer is te verwachten. Wij stellen hier echter tegenoverdat de groote troepencentra(Weltevreden-Mr. Cornelis, Bandoeng-Tjimahi) nu eenmaal in West Java liggen dat concentratie in Oost Java, zooals reeds betoogd, zeer wel mogelijk is en dat derhalve de verplegingsdienst goed doet het moeilijkste geval, waar onder de minst gunstige omstandigheden moet worden gewerkt, en waar de meeste complicaties zijn te wachten, onder oogen te zien. Blijkt zij hierop berekend, dan mag worden verwacht, dat eenvoudiger problemen met vervoer van minder langen duur met succes door haar kunnen worden opgelost. In het algemeen stellen wij dus den eisch, dat de verplegingsdienst een troepenmacht van 1 Div. (op oorlogssterkte), gedurende maximum 3 reisdagen de noodige berei de maaltijden, paardenvoer en het noodige drinkwater moet kun nen verschaffen. Noodwendig moét de verpleging zich aanpassen aan het toegepaste vervoerssysteem. Zooals kapitein Slagter terecht opmerkt moeten de troepen zoo spoedig mogelijk worden overgebracht, waarbij het vervoer niet mag worden gehandicapt door verplegingsmoeilijkheden. Wij wenschen dan ook het verplegingsplan passend te maken in het raam van het eenmaal opgemaakte vervoersplan, waarbij wij voor de verpleging als eenigen eisch stellen één rust van '/2a3/4 uur per dag voor 357

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 61