Alle verder verkeer ligt stil. Hoewel de algemeene bestemming
der troepen isomgeving Soerabaja kunnen de juiste uitlaadsta-
tions eerst op het laatste oogenblik bekend zijn. Na het uitladen
volgen voor verschillende onderdeelen nog concentratiemarschen
om de grooten eenheden die tijdens het vervoer uit of door
elkaar raakten weer te ordenen en op hun uiteindelijke bestem
ming te brengen. Bovendien kan na het concentratievervoer de
spoorwegdienst nog niet in normale banen worden geleid, aan
gezien ook het ledige materiaal weer moet worden afgevoerd.
Onder dergelijke omstandigheden kan van het inwerking treden
van den dienst van aan- en afvoer nog geen sprake zijn, terwijl
de verplegingsdienst der zich verplaatsende Divisie tot op het
laatste oogenblik op de plaatsen van vertrek de handen vol heeft
om de vertrekkende troepen van het noodige te voorzien.
Wij zijn dan ook ten aanzien van het functionneeren van dien
dienst, onder deze, wel zeer lastige omstandigheden, onmiddellijk na
afloop der concentratievervoeren zeer sceptisch gestemd en achten
daarom de aanwezigheid van een „reserve" in een of anderen
vorm op of nabij de uitlaadstations urgent.
Is het gedurende de mobilisatie, of gedurende het daaraan voor
afgaande tijdperk mogelijk geweest voorraden op te leggen op een
punt waarheen zich ook het spoorwegvervoer richt, en is de aldus
gevormde „basis" ook inderdaad geheel bedrijfsklaar bij aankomst
der troepen, dan achten wij het meevoeren van „uitlaadrantsoe-
nen" overbodig, aangezien dan de voortgezette verpleging van die
basis uit kan geschieden. Is het echter niet mogelijk geweest een
dergelijke basis tijdig klaar te hebben, of richt het spoorwegver-
zich tenslotte naar een ander punt, dan dat waar de voorraden zijn
opgelegd, dan achten wij het meevoeren van 2 „uitlaadrantsoenen"
alleszins gemotiveerd, al ontkennen wij niet dat hieraan ook na-
deelen zijn verbonden, n.l.
1. de mee te voeren voorraden worden aanmerkelijk grooter,
2. elk onderdeel zou na het bereiken der uitlaadstations, en bij
den aanvang der concentratiemarschen een regeling moeten treffen,
en auto's moeten inhuren voor den opvoer der voorraden, aan
gezien de organiek ingedeelde transportmiddelen hiertoe ten eenen
male ontoereikend zijn.
Troepen die echter reeds 2 a 3 dagen onder ongunstige om
standigheden hebben gereisd, en daarbij toch al een niet te over
vloedige voeding genoten, mogen o. i. na uitlading niet worden
blootgesteld aan de gevolgen van een mogelijken (en te ver
wachten) storing in den aanvoerdienst. Het is de plicht van den
verplegingsdienst er voor te zorgen, dat, vóór het gevechtsveld
nog is bereikt, den troepen alle ontbering wordt bespaard, welke
door goede voorbereiding kan worden voorkomen.
Het komt ons daarom noodzakelijk voor, dat de verplegings
dienst in staat is, gedurende ten minste twee dagen, hetzij uit
360