Verzoening met Filips II was echter voor den Prins verder onmogelijk. Filips deed Willem van Oranje, zijn geduchtsten te genstander, in den ban; 25000 kronen worden op zijn hoofdge steld, aan den moordenaar zal kwijtschelding van zijn grootste misdaden worden verleend en zal voorts, om de verdienste van zijn daad, in den adelstand worden verheven. De Prins antwoordde met zijn beroemde Apologie. In 1581 volgde de afzwering van Filips „Een vorst die, in stede van zijn onderdanen te beschermen, dezelve zoekt te ver drukken, t' overlasten, heur oude vrijheid te benemen, en hun te gebieden en gebruiken als slaven, moet gehouden worden niet als Prins, maar als een tyran." De Prins liet zich door Filips' ban niet weerhouden aan zijn taak voort te arbeiden, hoewel voortaan zijn leven steeds in ge vaar verkeerde; verschillende moordaanslagen werden beraamd, enkele uitgevoerd. Filips' afzwering leidde een nieuw tijdperk in. De Hertog van Anjou werd Souverein, doch voor Holland en Zeeland werd een uitzondering bedongende opdracht der „Hooge Overigheid" aan den Prins werd in deze gewesten vernieuwd. Niet alleen meer gedurende den oorlog, doch zonder tijdsbepaling werd hij Sou verein „de meening der Staten was hem te handhaven in zijn autoriteit en absolut Gouvernement van Holland en Zeeland." Daarmede was evenwel de zelfstandigheid nog niet verzekerd, bange worsteling moest nog doorstreden. In 1584 stonden de kansen weder hoogst ongunstig. Op buitenlandsche hulp viel nauwelijks te rekenende Zuidelijke Nederlanden waren grootendeels over- heerscht, Groningen was in 's vijands macht, de overige noorde lijke gewesten uitgeput en ontmoedigd In dit voor den nauwgeboren Staat hachelijk oogenblik werd Prins Willem van Oranje op den lOden Juli 1584 te Delft ver moord. Algemeene verslagenheid heerschte nu men zoo noode 's Prinsen leiding derven kon. Zijn geest bleef evenwel leven, zijn werk werd voortgezet. Op den dag van den moord waren de Staten-Generaal te Delft bijeen, de Staten van Holland brachten dadelijk hunne vergade ring over naar het Delftsche stadhuismet klem werd betuigd, hulde voor den grooten voorvechter van de Nederlandsche zaak, dat ook zonder den leider de strijd zou worden voortgezet. Ruim 25 jaren later, tijdens het Twaalfjarig bestand, werd de nagedachtenis van den Eersten Willem van Oranje voor alle tijden gëeerd door het oprichten van een heerlijk grafteeken in de kerk te Delft, waarop in het latijn de volgende woorden van huldiging en dankbaarheid werden gebeiteld „Ter eere van God almachtig en ter eeuwige gedachtenis van Willem van Nassau, Prins van Oranje, Vader des Vaderlands,, die de welvaart der Nederlanden op hoogeren prijs heeft gesteld 302

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 6