388 pline niet schaadt. Bovendien voelt de troepencomdt zich verantwoordelijk voor zijn soldaten, die vertrouwen in hèm stellen. Hij schroomt niet zijn men- schen in het vuur te jagen, op te offeren, maar wil te voren overtuigd zijn, dat de talrijke offers niet vergeefs worden gebracht. Eenmaal tot den aanval besloten, is geen spoor van weifeling bij Delmas meer te bekennen. Om geen tijd te verliezen ontbiedt hij de cies-comdtn op den C. P. van het regt en geeft orders om de cieën in file indienne naar de uitgangsstelling te geleiden door den oudsten luit., geassisteerd door den adj. van heh baton, „qui a un ilair de sauvage pour s' orienter"het terrein is bo vendien uit de aanvallen van enkele dagen tevoren bekend. Intusschen maakt Delmas het aanvalsbevel op, maakt schetsen enz. Om 3 u 5 is alles geregeld. Delmas vermeldt het volledige aanvalsbevel, niet als model, maar als vb. van wat men in een dgl. geval kan „improviseeren"en wat ais norm voldoende is. De „ordre d'aftaque" is het bestudeeren waard. Behalve de wijze van uitvoe ring van den aanval, o. m. volledige aanwijzingen voor den vuurwals, geeft het bevel eenige „recommandations'' o. a.„ne pas hésiter a tirer sur les chars s'ils sont attaqués" en „ne pas s'entasser sur les objectifs". (Toch is het op het einde van den oorlog!) De kapiteins zijn inmiddels op den C. P. aangekomen en kijken ook eerst bedenkelijk. „Trés vite, ils se détendent, me font confiance et m'assurent de leur dévouement." Gezamenlijk wordt het bevel gelezen en legt Delmas zijn plan uit: maxi mum snelheid door constant aan den vuurwals en de tanks te blijven hangen, zoo snel mogelijk de vergaste terreingedeelten en 'svijands afsluitingsvuren doorschrijden om zonder te vechten in den rand van het dorp door te dringen. Zeer ijle vormen in linie van escouade colonnes om den 1 k. m. afstand van de gereedstelling tot het dorp met zoo min mogelijk verliezen af te leggen. Twee ciën, elk met 1 sie zw. mitrs zijn in voorste lijn 1 cie neemt richting op de kerk, de andere op het station. Het doel naderende worden de tusschen- ruimfen verkleind zonder de menschen opeen te hoopen zw. mitrs op de flanken. De 3e cie is in reserve doch telt nog slechts 2 siën daar zij verbin- dingssiën aan de vóórciën heeft moeten afstaan. Om 4 vm. marcheert Delmas met zijn ciescomdtn af naar de uitgangsstelling, neemt afscheid van den Kolonel met de woorden; „Si je sors vivant de cette affaire et si nous réussissons comme je 1' espère, je vous rappellerai vos promessesune pluie de récompenses." (Inderdaad is deze wissel, getrokken op de ijdelheid van den mensch, een machtig middel om op het gevechtsveld het schier onmogelijke te kunnen vergen!) Twee k. m. moeten door den stikdonkeren nacht worden afgelegd, gasmasker op. Telkens vallen ze of moeten zich plat op den buik leggen door het hevige vijandelijke art. vuur. Zij rekenen voor deze 2 k. m. één uur. Versufd door het gedonder van de granaten, het hinderlijke gewicht van de helm, de verstikkende atmosfeer alom, verblind door het bliksemende licht van de springende projectielen zijn deze 2 k. m. een hel. De angst heeft hen allen te pakken, de angst om op roem- looze wijze te vallen, ver van hunne mannen. Om 5 u. bereiken Delmas en zijn Ondercomdtn hun doel: nog niets van het baton te bespeuren! Een zenuwsloopend wachten begint: Delmar baadt in het zweet, zijn tong is dik, hij is vaalbleek, hetgeen de nacht goddank verbergt. Eindelijk, om 5 u. 25 komt adjudant Parizot, gevolgd door zijn verbindingsmanschappen, ter plaatse en blijken de drie ciën reeds in de nabij heid te zijn en den opmarsch nagenoeg zonder verliezen te hebben volbracht. Nu begint het wachten op het bericht, dat ook de vechtwagens ter plaatse zijn. Om 5 u 50, 10 minuten vóór het tijdstip, vastgesteld voor het losbreken van den aanval, meldt zich de comdt van 1 sie tanks, luit. Bagneris, „II est jeune, mince, d'allure décidée", weet van de andere, beloofde sie niets af. Delmas zegt hem „ce que je vous demande, c'est de mener les miens sur le village, a l'abordage, et de ne pas les abandonner tant que le Boche réagira. Vous verrez, ils ont du cran. Si nous prenons Villers-Ie-Sec, vous gagnez la Légion d'honneur."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 92