501
-tige studie van dezen zelfden schrijver betreffende de divisie-artillerie. (I. M. T.
1932, No. 6, blz. 536).
Ook bij het bepalen van de aan het materieel van de korpsartillerie te stellen
eischen zijn het voornamelijk de factoren „puissance" en „mobilité" welke
den doorslag geven, waarbij dan aan de mobiliteit minder zware eischen mogen
worden gesteld dan bij de divisie-artillerie het geval is.
Schr. gaat op uitvoerige wijze na, welke eischen hij meent te moeten stellen
aan dracht, projectielgewicht, vuursnelheid, schootsveld, munitie-uitrusting en
aanvulling, een en ander zoowel op grond van tactische en technische over
wegingen als van de laatste oorlogservaringen, terwijl hij daarbij geenszins de
eischen betreffende de mobiliteit uit het oog verliest.
Door ten slotte de talrijke en dikwijls volkomen met elkander in strijd zijnde
eischen te combineeren, komt gen. Challéat tot een drietal oplossingen, welke,
evenals zulks in het algemeen tot dusverre het geval was, alle uitgaan van de
noodzakelijkheid van twee vuurmonden (kanonnen) van verschillend kaliber.
„Un seul calibre entraïnerait alors, en effet, soit l'emploi d'un projectile trop
„lourd sur la plus grande partie de la zone a battre, soit la surmenage d'un
„canon de calibre trop faible pour les distances extremes."
Solution lourde. Bevat kanonnen van 105 mm met een dracht van 19 a 20
K.M. en kanonnen van 155 mm met een dracht 24 a 25 K.M.
Solution moyenne, bestaande uit kanonnen van 105 mm. met een dracht van
16 a 17 K.M. en kanonnen van 130 mm met een dracht van 22 a 23 K.M.
Solution légere, bevattende kanonnen van 105 mm met een dracht van 15
a 16 K.M. en kanonnen van 120 a 130 mm met een dracht van 20 a 23 K.M.
De gewichten van deze vuurmonden zijn over het geheel aanzienlijk en
varieeren voor de kanonnen van 105 mm van 3.000 K.G. tot 5.000 K.Q. in
batterij en van 3500 tot 5500 K.G. op marsch. Voor het materieel van 155 mm
bedragen deze gewichten 8000 tot 16000 K.G. voor het in stelling staande
stuk, terwijl voor den marsch in den regel gebruik wordt gemaakt van twee
of drie voertuigen, ieder wegende 5800 a 8800 K.G. Voor het kanon van
120 mm zijn de getallen voor het in stelling staande stuk te stellen op 8000
K. G., terwijl het vervoerd wordt in twee lasten, ieder wegende 6000 K.G.
De aandacht wordt gevestigd op de zeer groote toename in gewicht bij
een betrekkelijke geringe vermeerdering van de dracht.
Ten slotte geeft schr. nog aan, dat voor landen met een beperkt wegennet,
dan wel voor bergachtige streken, „des solutions extra-légères" noodig zijn,
waarvan de samenstelling te zeer afhankelijk is van den aard van het terrein, om
in een studie als onderwerpelijke verwerkt te kunnen worden. Ongetwijfeld
valt Indië onder die landen, welke een „solution extra-légère" vragen en zulks
niet alleen op tactische en technische overwegingen. Ook pecuniaire factoren
spelen hier een belangrijke rol. Op deze aangelegenheid hopen wij echter
nog eens afzonderlijk terug te mogen komen.
Luchtdoelartillerie.
Volledigheidshalve wordt nog een studie vermeld, getiteld „L'Amélioration
„de l'effïcacïté du tir au son par rafales dans I'artillerie antiaérienne", ver
schenen in de Revue d'Artillerie van Jan. 1933, van de hand van Capt. A.
Wonne. Zoowel de uitgebreidheid van het onderwerp als de aard ervan maken
het minder geschikt voor behandeling in een tijdschriftenoverzicht. De studie
welke zoowel gebaseerd is op theoretische beschouwingen als op practische
ervaringen, wordt ter lezing aanbevolen. Gememoreerd wordt slechts, dat
schr. op zeer duidelijke wijze aantoont de superioriteit van het kanon van
zwaarder boven dat van kleiner kaliber. (105 mm en 75 mm.).
H.
Geneeskundige Dienst, enz.
Commission internationale pour la Standardisation du Matériel sanitaire.
De permanente commissie voor de standaardisatie van geneeskundig mate
rieel hield onder de auspiciën van het „Comité international de la Croix
Rouge" van 10 tot 17 October 1932 haar zevende jaarlijksche zitting te Genève.