Ons beperkende tot het verdere verloop binnen het Div. vak, zien wij, dat onmiddellijk na de ontvangst van het bericht van het vlotten van den aanval van I Div. en een bericht van C. inf. XIII over het ontruimen van den O. oever bij en N. van Kragilan, de C. V. te 11.15 v. m. opdracht geeft aan P. A. 3 een lichte colonnebrug bij Kragilan te slaan en gelijktijdig aan Q. 4 een aanvang te maken met een hulpbrug (zware colonnebrug) bij dezelfde plaats. Aan C. I. Div. wordt vervolgens opdracht gegeven te rekenen op spoedig afbreken der Div. brug en op teruggave aan C. V. van al het pontonmaterieel, de sien G. 3, de Lu. A en de jagers, zullende het geheele verkeer nadat de brug van P. A. 3 bij Kragilan gereed is naar den grooten postweg worden verlegd. 3 n. m. is de lichte colonnebrug bij Kragilan onder bescherming van Blauwe luchtstrijdkrachten gereed. Ingaande de duisternis wordt de Div. brug naar benedenstrooms verhaald en vervolgens met de bestaande brug verbouwd tot een zware colonnebrug, waarna te 10-3-'33 1 v. m. de gemeenschap met I Div. vooralle legervoertuigen wederom hersteld ishet geheele verkeer wordt thans geleid langs den grooten postweg over Kragilan. Met vereende krachten wordt door G. 3 en G. 4 de jukbrug gemaakt, welke in den loop van 10-3-'33 gereed komt, waarna het pontonmaterieel wordt opgebroken en opnieuw thans tot 2 pontonafdeelingen en 1 pontonveerafdeeling teruggebracht mobiel beschikbaar komt. Ten aanzien van vorenstaande beschrijvingen moge er de aan dacht op worden gevestigd, dat de daarbij aangenomen verliezen aan materieel (35 °/0) gezien de in de oorlogsliteratuur voorko mende gegevens, voor onze omstandigheden aannemelijk mogen worden geacht. Wat de aangenomen uitrusting aan personeel en materieel betreft dient opgemerkt, dat de Duitschers gedurende den wereldoorlog op grond van de door hen opgedane ervaring bij rivierovergangen hunne uitrusting aan pioniers en materieel in 1914 reeds 3 Cieën per Div. in 1915 brachten op 5 Cieën en in 1918 op 8 Cieën met materieel zoodra een overgang moest wor den uitgevoerd, en dat zelfs bij deze laatste indeeling aan de Marne in Juli 1918 in verband met de door den vijand toegebrachte verliezen door art. en vltn. de verbinding gedurende enkele perioden geheel verbroken was. Dz. werd bij het onderwerpelijke geval een voortdurend bestaande verbinding aangehouden, omdat in den aanvang slechts van overzetmiddelen, n. 1. pontons en veren gebruik gemaakt is, hetgeen in verband met de mindere tref kans en het gemakkelijk verhalen in vergelijking met bruggen een belangrijk voordeel geeft. De gedane aanname van 4 Cieën pioniers met 4 afdn materieel voor ons Indische veldleger ter sterkte 421

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 21