G. 4 is bovendien speciaal getraind in en uitgerust voor het
maken van hulpbruggen voor zwaar verkeer (G. T. voorzien
van heiinrichtingen, motorzagen, veldsmidsen, enz.).
G. 1 en 2 behooren als I G. organiek tot de Divisie; C. I.
G. is tevens adviseur van den Divisiecommandant. G. 3 en
4 maken deel uit van de troepen welke organiek rechtstreeks
onder den C. V. staan,
b 3 rijdende pontonafdeelingen (P. A. 1 t/m 3)Elke pontonafdee-
ling omvat een Co., drie sectiën a 8 pontons met gereed-
schaps- en materieelwagens, en een B. T. De capaciteit van
een afdeeling is 128 m. lichte colonnebrug of 64 m. zware
colonnebrug, bij gebruik der medegevoerde schragen (voor
ondiepe oevers) respectievelijk 148 m. en 74 m.
De afdeelingen maken deel uit van de troepen welke or
ganiek rechtstreeks onder den C. V. staan,
c. 1 rijdende pontonafdeeling (P. A. 4) omvattende een Co., vier
pontonveren (bij elk veer o. m. 2 reservepontons) van het
bestaande model met gereedschaps- en materieelwagens en
een B. T.
De afdeeling maakt deel uit van de troepen, welke organiek
rechtstreeks onder den C. V. staan.
Overigens zij in verband met de op bijlage No.l aangegeven
troepenindeeling vermeld, dat in het onderhavige geval de Divisie
gedurende den overgang over slechts 1 eskadron Cav. beschikt,
daar het organiek tot de Divisie behoorende halfregiment met de
Cie. wielrijders en o. m. een Bataljon Infanterie op auto's een
mobiel detachement op den Z. vleugel vormen met een afzonder
lijke in het bevel in pt. 2 niet nader uitgewerkte opdracht.
Zooals uit schets No.l blijkt is voorts aangenomen dat de C. V.
over een hoeveelheid legertroepen beschikt w. o. inf., art. en een
luchtafweerorganisatie (Lu. A), deze laatste bestaande uit een com
binatie van luchtdoelartillerie, luchtdoelmitrailleurs en zoeklichten.
In verband met het beperkte doel van dit opstel zijn deze en
vele andere overigens niet minder belangrijke - onderdeden
en aangelegenheden als verb, dienst, verpleging, munitieaanvul
ling, geneesk. en diergeneesk. dienst, A. en A. dienst, luchtstrijd
krachten in handen van den C. V. enz., geheel of grootendeels
buiten beschouwing gelaten.
Ten slotte is ondersteld, dat elk Regiment Infanterie beschikt
over een sie. Inf. geschut a 6 mortieren van 8 en dat de Div. door
grondige oefening in vredestijd, ten volle met de onderwerpelijke
gevechtshandeling vertrouwd is.
Reeds in gang zijnde voorbereiding bij I Div.
Daar C. I. Div. reeds eerder een dergelijke opdracht voorzag,
had hij den vorigen dag 5-3-'33) een bespreking met Hd. St.
en C. I. G. waarbij gezamenlijk de bundel „Overgang 7/7 Oe-
406