opgeruimd. Dan moet er ook weer een regeling worden getroffen, doch deze is eenvoudiger en van meer momenteelen aard. De aanvrager zal dan in elk geval moeten opgeven de plaats en den aard van het doel, alsmede de plaats waar de zich het dichtst er bij bevindende eigen infanterie zich ophoudt. Deze aanvraag komt bij dengene die te beslissen heeft of het vuur zal worden gegeven en deze gezaghebbende regelt, als hij het vuur toestaat, deze zaak met den betrokken artillerie-com mandant. Deze regeling wordt den aanvrager bekend gemaakt tegelijk met de mededeeling dat het vuur zal worden gegeven en omvathet begintijdstip, den duur en soms ook den aard van het vuur. De aanvrager moet, ook al ziet hij onverwacht kans om, na zijn aanvraag te hebben gedaan, ook zonder steun voorwaarts te komen, het bericht op zijn aanvraag, dat natuurlijk ook negatief kan luiden, afwachten. De vraag is wel eens gedaan of onder dergelijke omstandig heden een aangevraagd vuur niet gecanceld kan worden. Zoolang er nog geen bericht omtrent het al of niet toestaan is ingekomen, is het nog weieens mogelijk, doch als de regeling van het vuur bekend is gesteld zal het meestal te laat zijn. Men kan het in elk geval probeeren, doch ga in geen geval vooruit vóór men bericht heeft, dat het vuur niet doorgaat. Dus men wacht óf dit bericht, óf het vuur af; de bloote mededeeling dat het vuur niet meer noodig is, geeft geen waarborg en men is daarmede niet verantwoord. Naar ik meen heb ik de gestelde vragen hiermede, zij het dan beknopt, beantwoord. 475

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 75