algemeen wordt erkend; het is slechts noodgedwongen, nl. wegens
gebrek aan cavalerie, dat men in het Moederland wielrijders met
de directe beveiliging heeft belast. Wij zullen goed doen daar
voor cavalerie te gebruiken.
Aannemende, dat mettertijd over 4 pelotons pantserauto's kan
worden beschikt, zijn nog beschikbaar voor de vorming van het
verken, detachement 2 eskadrons cav., 2 comp. wr. en 1 peloton
pantserwagens. 2)
Vergelijken we deze macht met soortgelijke éénheden in het
buitenland, d.w. z. met éénheden, aan welke een zelfde taak is
opgedragen, nl. de lichte troepen van het legerkorps, dan maakt
het bovenstaande oogenschijnlijk nog niet zoo'n slecht figuur.
De organisatie als zoodanig is sterker dan de Ned. verken, af-
deeling, ja zelfs dan de Fransche groupe de ree. de corps d'ar-
mée hare gevechtskracht evenwel is belangrijk minder als gevolg
van de veel geringere vuurkracht.
Laten wij de pantserwagens buiten beschouwing, dan ontbreken
in de voorgestelde Indische organisatie de zware mitr. geheel en
al, terwijl het totale aantal lichte mitr. 24 bedraagt 3). De Fran
sche organisatie telt 36 F. M. 4) en 6 zware mitr., de Ned.
verken, afd. 32 lichte mitr. en eveneens 6 zware mitr.
Om het Indische verken, detachement eenige gevechtskracht
te geven, welke het bepaaldelijk behoeft, is toevoeging van zware
mitrailleurs een eerste vereischte, terwijl verhooging van het aantal
k. m. (karabijnmitr.) in hooge mate gewenscht is.
Het Indische eskadron met zijn 3 zwakke pelotons en slechts
3 k. m. is noch in staat eenigen weerstand te overwinnen, noch
weerstand van belang te bieden. Als bezwaar tegen opvoering
van het aantal k. m. per eskadron is altijd aangevoerd, dat daar
door onze cavalerie te veel aan bewegelijkheid zou inboeten en
men de voorkeur gaf aan een licht, snel eskadron.
Gezien de bestaande indeeling van een k. m. sectie per eska
dron, geldt dit bezwaar meer de kleinere onderdedenmet name
werd gevreesd, dat de patrouilles meer hinder dan gemak van
de k. m. zouden ondervinden s). Dit bezwaar, dat blijkens een
opmerking ter zake van den toenmaligen ritmeester Fabius in
Holland aan den lijve wordt gevoeld, wordt ook door ons als
zoodanig erkend.
515
Zie A. T. V. p. 33 en p. 37. p. 33 (2). „Waar mogelijk zal daarom cava
lerie bij de beveiligende troepen worden ingedeeld".
2) 1 peloton pantserauto's is t. b. hetzij van den Legercdt. voor handhaving
van orde en rust, hetzij van Cdt. Veldleger voor bijzondere opdrachten
c. q. voor aanvulling materieel.
3) 9 per comp. wr., 3 per eskadron cav.
4) per comp. wr. en per eskadron cav. 12 F.M.
5) o. m. wegens de noodzakelijkheid tot het meevoeren van een munitiepaard.