men vast, nu ja „Duitsche bluf". Neen lezer, de gegevens van het gevecht zijn in hoofdzaak ontleend aan Fransche bron en wel aan het artikel van R. Michel uit de Revue Militaire Frangaise 1930: „Monthijon", terwijl de daaraan gekoppelde beschouwingen neutraal zijn, namelijk van schrijver dezes. Alvorens mijn onderwerp aan te vangen zij het mij vergund een weinig uit te weiden, hoe ik tot de behandeling van juist dit onderwerp ben gekomen. Zulks geeft namelijk weer stof tot vergelijking met onze Indische toestanden, wat ook weer leerzaam is, omdat het overnemen van de troepenaanvoering in grootere verbanden voor ons dikwijls meer een gevaar oplevert dan een leering, indien men de feiten niet met critischen blik beschouwt. Die aanleiding gaf mij een tactische oefening op de kaart in de omgeving SALATIGA, welke ik bij het 2e Regiment Artillerie samenstelde. Op gevaar af van onvolledig te zijn zal ik den aan genomen toestand zeer vluchtig schetsen. Een blauw detachement (1 reg. inf., 1 esk., 5 batterijen, enz.) ontvangt op dag J. 7 n.m. te GRABAK 25 km. West v. SALA TIGA opdracht de concentratie van het West (blauw) leger te dekken, en het défilé tusschen Merbaboe en Telemojo (halfweg GRABAKSALATIGA) open te houden voor eigen troepen, die niet voor J 3 om 12 uur's middags in het gevecht zullen kun nen ingrijpen. Een vijandelijke divisie ging dien dag (J) 's mid dags tot legering over met voorste waargenomen troepen 20 km. Oost van SALATIGA. Ik zal nu niet uitvoerig ingaan op de overwegingen van den det. Cdt. (onderlinge sterkteverhouding 1 op 3, materieele en moreele toestand bij vijand en eigen partij, terrein, beschikbare tijd, bekend karakter van den vijandelijken aanvoerder) maar alleen bekend stellen zijn besluit, n.l. 1. Af te zien van een offensieve oplossing van zijn opdracht. 2. Nog gedurende den nacht een stelling te bezetten vóór het défilé, welke hij zonder zijn opstelling te verraden kan doen in richten en welke hem zoodanige waarnemingsmogelijkheden voor zijn artillerie oplevert, dat ze de ongunstige verhouding in sterkte, althans voor wat betreft dat wapen, grootendeels goed maakt. 3. Met vooruitgeschoven troepen, waarbij een deel van de artillerie, den vijand trachten te verleiden tot een aanval in een voor hem ongunstige richting. Toen ik nu een en ander uitgewerkt en op schrift gesteld had, schoot mij in eens het besluit von Gronau door het hoofd, die een dekkende opdracht tegenover een drievoudige overmacht geheel anders oploste. Hiermee kom ik dan tot mijn eigenlijke onderwerp. Algemeene oorlogstoestand. Het is op 5 September 1914. De bewegingen van de Duitsche legers op dien dag dienen ons tot uitgangspunt. Schets 1 geeft 527

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 25