voor den Westerling gunstigen zin hebben verklaard, waar zij geheel in strijd was met de volkspsyche. Er gebeurden evenwel nog meer vreemde dingen: sinds on heugelijke tijden bracht de lagere Inlander zijn hoofden en den aanzienlijken in den lande het voorgeschreven eerbetoon door den G G. van Heutsz werd bij ordonnantie de hormat afgeschaft: de Westerling leerde, dat met minder eerbied kon worden vol staan. Waar de eenvoudige Inlander waarschijnlijk nog meer tegen zijn eigen leiders opzag dan tegen den vreemdeling, zal ook zijn houding tegenover laatstgenoemde hierdoor wel gewijzigd zijn. Grooten invloed hadden de socialistische en communistische ideeën, die sinds 1912 door het westen geïmporteerd werden! Meer dan iets anders leerden deze ideeën, dat een opzien tegen den meerdere uit den booze was, allen waren gelijk of men nu uit de verst afgelegen desa kwam of G. G. was. Duizenden In landers werden door deze begrippen volkomen uit hun evenwicht geslagen met de voor hen minder prettige gevolgen. In het begin dezer eeuw werd het onderwijs voor Inheemschen ingevoerd. Aanvankelijk slechts weggelegd voor de kinderen van aanzienlijken, werd het spoedig een meer algemeen bezit, ook de eenvoudige Inlander uit de desa kon ervan profiteeren. Zoo lang het onderwijs nog beperkt was, kon de Indische maatschappij de nieuw gevormde Inheemsche intellectueelen verwerken, meer dere Inlanders kwamen op deze wijze aan een goed betaalde en voor hen aantrekkelijke betrekking. Het bleek evenwel, dat enkele bepaalde betrekkingen een groote aantrekkingskracht had den, stroomen candidaten meldden zich hiervoor aan, overproductie ontstond met het gevolg dat hoe langer hoe meer afgestudeerden werkloos bleven. Den kampong waren zij ontgroeid, de maat schappij kun hen niet helpen zij vormden dat deel van de In heemsche samenleving, dat direct werd aangetrokken door het socialisme en het communisme. Ook buitenlandsche invloeden brachten een verandering in de verhouding tusschen den Oosterling en den Westerling. Van zeer veel invloed wordt algemeen geacht de voor Rusland ongunstige uitslag van den Russisch—Japanschen oorlog. Hier overwon voor het eerst een Oostersche mogendheid een Westersche, welk feit een dergelijken indruk maakte, dat meerderen het beschouwen als de oorzaak van het Oostersch Reveil. Vanzelfsprekend werden ook in Nederlandsch-Indië door de bevolking, speciaal in de steden, de verschillende slagen gevolgd, algemeen werden hier platen, voorstellende oorlogstafreelen ver kocht; portretten van Japansche generaals werden verheerlijkt. De uitslag van den oorlog deed vermoeden, dat er aan de on weerstaanbare kracht van het Westersche volk nog wel iets haper- 546

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 44