5 HET MITRAILLEURVRAAGSTUK,
door
P. G. MANTEL,
Kapitein van den Generalen Staf.
In het Decembernummer van den jaargang 1929 van dit tijd
schrift gaf de toenmalige Majoor der Infanterie T. Bakker aan de
hand van een in vier deeltjes verschenen brochure van den Luit.-
Kol. van het Deensche Leger Halvor fessen, getiteld „Die auto
matische Prazisions- und Einheitswaffe des modernen Schlachtfel-
des" en mede gegrond op eigen waarneming te Kopenhagen een
beschouwing over de beteekenis van de door Overste Jessen ont
worpen lichte affuit voor den geweermitrailleur-Madsen als oplos
sing voor het mitrailleurvraagstuk.
Aan de conclusie, dat „er alle aanleiding bestaat voor het uit
spreken van de verwachting, dat de k. m. op lichte affuit, wat
ballistische en vuurtechnische eigenschappen betreft, geheel in
staat zal zijn den tegenwoordig algemeen ook bij ons in ge
bruik zijnden zwaren mitrailleur op het gevechtsveld te vervangen",
voegde de Majoor Bakker den wensch toe, hier te lande op
eenigszins ruime schaal serieuse proeven te houden met de nieuw
geconstrueerde affuit, vooral ook om het bestudeeren van de tac
tische mogelijkheden van dit samenstel.
Het is hier te lande daartoe nog niet gekomen en er is daarom,
gelet op de bijzondere beteekenis welke deze aangelegenheid ook
voor ons leger heeft, te meer reden om enkele bladzijden te wij
den aan het kortelings door ons ontvangen Vide deeltje van de
boven reeds vermelde publicatie van (nu) Kolonel Jessen, het
welk nadere gegevens omtrent de bovenvermelde lichte affuit-com
binatie bevat.
Wij lezen daar, dat de sedert 1930 in verschillende landen
gehouden vergelijkende schietproeven tusschen watergekoelde
mitrailleurs en luchtgekoelde lichte mitrailleurs op lichte affuit
een uitgesproken voorkeur voor laatstgenoemde combinatie deed
ontstaan.
Een der proeven werd in Engeland gehouden en bestond uit
het met 2 loopen afgeven van een ononderbroken automatisch
vuur van 10.000 schoten, welk vuur 34 minuten duurde, hetgeen
dus een gemiddelde van 282 schoten per minuut beteekent.
552