der korpsgewijs beladen auto-colonnes) goede resultaten had opgeleverd. Daarop volgt de conclusie „Wel is waar moet de practische bruikbaarheid van deze methode bij een divisie op oorlogssterkte nog bewezen worden, doch er is geen reden om te veronderstellen dat zij daar falen zou". Dit laatste gaat ons te verwij gelooven, dat, hoewel door het nieuwe systeem reeds een groote verbetering werd bereikt, de toepassing hiervan in oor logstijd nog wel eenige moeilijkheden zal meebrengen, die bij de manoeuvres niet werden ondervonden. Uit het bovenstaande moge blijken dat de manoeuvre-verpleging nog al wat afwijkt van de ooriogsverpleging. Hoe gaarne zou ook de intendance zien, dat evenals aan alle wapens en diensten ook aan haar gelegenheid werd geboden meer haar werkelijke oorlogstaak te beoefenen en de theorie te toetsen aan een prac- tijk die meer met de werkelijkheid overeenkomt. Waar zij thans bij manoeuvres moet werken binnen enge finantieele grenzen, met volkomen onkundig personeel, dat van den gang van zaken vaak zeer onvoldoende begrip heeft en met een minimaal aantal vervoermiddelen, is het duidelijk dat het beeld harer oorlogstaak ernstig wordt vertroebeld. Even verklaarbaar is het, dat manoeu vre-intendanten er voor zorgen zoo goed mogelijk voorbereid de verpleging der troepen aan te vangen, ten einde de kans op strubbeling zoo gering mogelijk te doen zijn, en dat zij genood zaakt zijn op het gebied van de transporten, zoowel als voor de verpleging zelf gebruik te maken van middelen, die in oorlogstijd onbestaanbaar moeten worden geacht, b. v. het gebruik maken van de diensten van aannemers voor het ter plaatse van legering leveren van levensmiddelen, enz.; het korpsgewijs, (soms zelfs compagniesgewijs) verdeeld, gereed leggen van levensmiddelen, brandhout, paardenvoer, enz. voor den aanvang van het fourageeren, alles netjes in kilo's en minder af gewogen het door auto-colonnes laten afleggen van afstanden, welke de normale dagcapaciteit van het personeel verre overtreffen (herhaalde malen op en neer rijden), het zelf geleiden van auto-colonnes. Door vele van deze „foefjes" krijgen zoowel het bij de inten dance ingedeelde personeel, als de troepen-officieren een volko men verkeerd beeld van de werkwijze der intendance, terwijl het toch gewenscht ware, dat juist zij, die normaal weinig met den verplegingsdienst te maken hebben, ten minste gedurende de oefeningen in groot verband, zich een goede voorstelling kunnen maken van de wijze waarop de levensmiddelen, enz. worden be schikbaar gesteld en hoe zij ten slotte de troepen bereiken. Men vergete niet, dat van de vertrouwdheid met den gang van zaken, Cursiveering van ons. d. B. 562

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 60