de handigheid, en het doorzettingsvermogen van dit personeel (verplegingsofficieren, verplegingstroep, commandanten auto-colon nes, enz.) zeer veel afhangt, en het mag derhalve geen overdreven eisch worden genoemd, dat zij, die in oorlogstijd tot een dergelijke functie kunnen worden geroepen, bij oefeningen gelegenheid hebben te zien hoe de intendance werkt. Het is daarom gewenscht de manoeuvreverpleging zooveel mogelijk te doen gelijken op de oorlogsverpleging. Waar in verband met vredesomstandigheden een afwijkende werkwijze wordt gevolgd, moet het bij den verplegingsdienst werk zame personeel hierop worden gewezen, zoodat verkeerde inzich ten ter zake worden voorkomen. Om een nieuw verplegingssysteem aan de practijk te kunnen toetsen, is niet alleen noodig de oorlogsomstandigheden op het manoeuvre-terrein beter te benaderen dan thans het geval is, doch ook de achterwaartsche verbindingen moeten minstens tot en met het Eindstation A. A. zooveel mogelijk overeenkomstig de werke lijkheid in werking worden gebracht. Men denke slechts aan het enorme verkeer dat achter de vech tende troepen ontstaat door: 1. Aanvoer van munitie, 2. troepenverplaatsingen, aantrekken van reserves, artillerie e. d.r 3. c. q. aanvoer genie-materiaal, 4. verplaatsing van staven, verbindingsstations, treinen, enz., 5. berichtgeving langs den weg, 6. afvoer van gewonden. Van dit alles ziet men bij manoeuvres vrijwel niets, en er wordt in den regel ook geen rekening mee gehouden. II. Hoe is verbetering te bereiken 1. Als eerste punt noemen we de verruiming der jinancieele grenzen waarbinnen de manoeuvre-intendant zich dient te beperken. De vlotheid der voorziening vermindert aanzienlijk door het feit dat „tegenvallers", ook die welke buiten schuld van den intendant ontstaan, uit het voedinggeld moeten worden betaald- Daaruit wordt ook geboren de door Kolonel Kroon naar voren gebrachte stille strijd tusschen compagnies-commandanten en den manoeuvre-intendant over de sterkte. Kolonel Kroon stelt voor de uitruksterkte op den eersten dag gedurende de geheele manoeuvre te handhaven. Wij gelooven echter niet, dat hierdoor de sterkte-vrede bevorderd wordt. Integendeel. Waar thans tenminste de grondslag van de betaling juist is, n. 1. overeen komstig aantal deelnemers aan de menage, en dus alleen verschil van meening kan ontstaan over het opgegeven aantal, gaat bij vaststelling van één sterkte ook de juiste grondslag der berekening verloren. De sterkte-veranderingen, hoewel t.o. van 563

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 61