7. DE MUNITIEAANVULLING BIJ DE INFANTERIE,
door
W. J. DE VEER,
Kapitein-Adjudant der Infanterie.
Luitenant Mojet stelt in zijn naschrift op mijn artikel in No 5
van dit tijdschrift de 2 voorgestelde systemen op duidelijke wijze
naast elkaar, en komt na een kleine wijziging op zijn oor
spronkelijk voorstel tot de conclusie dat beide systemen hoog-
stens een 5 minuten in tijdsduur zullen verschillen.
Indien dit zoo was, dan zou het met mijn voorstel behaalde
voordeel inderdaad niet opwegen tegen het nadeel van de mindere
hoeveelheid munitie bij den man. Doch mijn streven is een mu-
nitieuitgifte niet van 25 minuten, maar van 5 minuten (ophouden
van achtervolgende afdeelingen en het „systeem d. V." is op
bladzijde 488 dan ook met geheel overeenkomstig mijn bedoeling
uitgevallen, waarom ik gaarne gebruik maak van de welwillende
toestemming der redactie om aan te toonen, dat ik mij een grootere
tijdwinst voorstel en vooral grootere eenvoud.
Ik stel mij het „systeem d. V." als volgt voor:
Er wordt slechts één bevel gegeven, n.l. door den compagnies
commandant en dit luidt„munitie uitgeven".
Uitvoering
1. De k.m. karren begeven zich - indien zij daar nog niet
marcheeren naar hun sectie en houden halt vlak vóór de
k m brigade; de sectie heeft intusschen de veldzakken ter
plaatse afgelegd en de k. brig. cdtn. hebben elk 2 man naar
de 4e kar gestuurd voor „handgranaten halen
2. 2 man van de k. m. brig, geven de munitiennsels van de
kar door, en 2 man halen de kist met handgranaten eraf
openen die en geven aan elke k. m. groep een gevulden zak'
Intusschen spant de geleider onmiddellijk het V. H. paard af
en worden van de 7 blikken a 500 k. m. patronen er 4 reeds
in de 2 manden verpakt door 2 man opgeladen, en 3 blik-
?"M0m/flnSChen °PMIienJ met, den kIewang de kisten voor elke brig
S o 7? vullen de zakkendus geen afzonderlijk corvée en geen
extra gereedschap (zie bladzijde 487).
2) Dus geen gedrang van 50 man om de kar (zie bladzijde 487).
575