troepen rekening hebben te houden met de geaardheid van een element meerhet paard, waardoor de kans op panieken we derom met één factor wordt vermeerderd. Waar wij dus thans dit verschijnsel bij de bereden wapens naar voren hebben gebracht, rust tevens op ons de verplichting dit met eenige voorvallen uit den oorlog te staven. Men oordeele Voorbeeld 8. Een Pruisisch cavalerie-regiment marcheerde in den oorlog van 1866 in marschcolonne langs een straatweg. Plotseling meent men in de nabijheid te hooren schieten. In werkelijkheid echter was het personeel van een in het aangrenzende bosch bivakkeerende cavalerie-regiment bezig de paardedekens uit te kloppen. Het regiment maakt rechtsomkeert en gaat over in draf. De officieren, die aan het hoofd van hun afdeeling willen komen, nemen daar toe de galop aan. Tengevolge hiervan gaat het geheele regiment over in galop en verliezen zoowel commandanten als manschap pen het gezag over de paarden. Het regiment jaagt voort in steeds wilder tempoeen Pruisische batterij, die achter het regiment volgde, wordt onder den voet gereden. Eerst eenige km. verder kon het regiment weder tot staan worden gebrachtvele verliezen vielen echter te betreuren. Voorbeeld 9. Op den 7en Augustus 1870 was de 4e Duitsche cavalerie-divisie te Steinburg tot rust overgegaan. Het zich op voorposten bevin dende 2e „Leib-Husaren-Regiment" was in een licht vuurgevecht gewikkeld met terugtrekkende Fransche infanterie. Toen des avonds om 9 uur het vuur heviger werd, besloot de divisie-commandant op voorstel van het Hoofd van zijn Staf daartoe genoopt door een niet geheel juist bericht van een der brigade-commandanten de divisie tot Buchsweiler terug te nemen. Aan de divisie was voor den 7en Augustus de Beiersche brigade kurassiers toege voegd. Het vormen van de marschcolonnes de Beiersche brigade in het midden voltrok zich volkomen rustig; geen sneller tempo dan stap werd gereden. Bij den terugtocht vond echter bij de Beiersche regimenten een merkwaardig voorval plaats. Eenige onderdeelen maakten plotseling keert en jaagden in de richting van den vijand terug, stieten daarbij op het Lijf-Huzaren-regiment en het le Ulanen-regiment en trokken de handpaarden van deze regimenten in de teruggaande beweging mede. Ook deze paniek is nimmer opgehelderd. 612

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 14