van dien dag uit; de Oostelijke flank van het 4e O.-H. leger was
daardoor geheel van troepen ontbloot.
De paniek bij deze divisie had echter nog verder strekkende
gevolgen. De vluchtende ruiters verwekten paniek onder de treinen
van het 6e Infanterie-Korps, welke zich op den straatweg Belzec-
Tomaszow bevonden. De treinen gingen langs genoemden straat
weg in woeste vlucht terug. Reeds door een vorige vuurpaniek
(zie voorbeeld 6) in verwarring gebracht, werd thans de toestand
dermate verergerd, dat om slechts een voorbeeld te noemen, de
compagnie geneeskundig personeel eerst weder na drie weken
ter beschikking kwam.
De in geforceerde marschen aanrukkende 19e divisie was
getuige van de meest wilde tooneelen. Om den toestand te
redden, werden het 6e en het 22e bataljon Jagers van de 19e
divisie des avonds nog naar Belzec gezonden, waar zij om 11.30
n.m. aankwamen. Daar vond weder een herhaling van het oude
spelletje plaats. Des nachts braken de paarden van de in het
dorp gelegerde onderdeelen los en veroorzaakten wederom een
paniek. Men was van meening, dat Kozakken een aanval op de
paarden hadden ondernomen. De troepen openden een wild vuur
op elkaarzelfs vonden enkele bajonetgevechten plaats, waaraan
o.m. een kapitein ten offer viel. En steeds ging het drama voort.
De losgebroken paarden en vluchtende treingeleiders
gingen op de voorposten van de 19e divisie terug, welke Oostelijk
van Narol overnachtte. De veldwachten van het 75e regiment
wezen dezen vermeenden Kozakken-aanval met vuur af. Eenige
paarden drongen zelfs tot de voorposten-detachementen door.
Reeds breidde het gevecht zich naar het Zuidelijk gelegerde
29e regiment uit, toen de bevelvoerenden aldaar den toestand
wisten te redden.
Tegen den uit het Oosten op Tomaszow aanmarcheerenden vijand
aldus was bericht werd een gemengd detachement uitgezon
den, dat echter, zonder voeling met den vijand verkregen te hebben,
des avonds in het vrije veld tot legering overging. Tegen 1 n.m. werd
plotseling uit het N. W. vuur ontvangen. Gevolgvolkomen ver
warring de bespanningen en de rijpaarden braken los, de eerste
met de voertuigen. Het duurde tot 4 uur des morgens, voordat
alle paarden weder waren opgevangen; 11 man werden in
geboet.
Bij het 25e regiment infanterie, dat in het Westen was gelegerd,
ontstond omstreeks middernacht een hevige vuurpaniekkort
daarvoor had echter de linkervleugel van het regiment reeds een
paniek moeten doorstaan. Alle rijpaarden en bespanningen gingen
er tusschen uitde artillerie verloor daardoor volledig haar be
weegbaarheid. De luitenant-adjudant pleegde, onder den indruk
van de gebeurtenissen, zelfmoord.
614