verkenning en de beveiliging een snelle en doelmatige bericht
geving aan alle betrokken troepenafdeelingen.
Thans een enkel woord over de vuurpanieken. Ter voorkoming
van vuurpanieken in den nacht dient allereerst het voorschrift van
ons A. T. V. punt 114 (13): „de geweren zijn ongeladenzonder
bevel mag niet worden gevuurdtot het aanbreken van den dag
wordt desvereischt uitsluitend van het blanke wapen gebruik ge
maaktde bajonet is daartoe steeds op het geweer". Wordt aan
deze bepaling strikt de hand gehouden in legeringsplaatsen zijn
de geweren uiteraard ontladen dan moet de man, indien hij
wordt opgeschrikt door schoten van den vijand of van eigen ver
kennende of beveiligende afdeelingen, eerst nog verscheidene
handelingen verrichten (grendel openen, tasch openen, houder
pakken, enz.) alvorens hij tot vuren kan overgaan. De voor deze
handelingen benoodigde tijd moet dan voor de aanvoerders vol
doende zijn om door krachtige bevelen de door den schrik ge-
inspireerde handelingen te doen staken of te voorkomen, ten einde
-op deze wijze den toestand meester te blijven
Doch ook over dag meenen wij, dat indien de physieke of/en
psychische toestand van den troep daartoe aanleiding mocht(en)
geven men beter zal doen voor de hoofdonderdeelen van de
marschcolonnes de geweren te doen ontladen. Hiervoor is dan een
zuiver aanvoelen van de geestesgesteldheid van den troep ver-
eischt, welke niet anders kan worden verkregen dan door een
innig contact tusschen officieren, kader en manschappen. De te
nemen veiligheidsmaatregelen moeten zich in dit geval aanpassen
aan de verminderde gevechtsbereidheid van het gros. Het stand
punt, dat wij hier innemen, zal wellicht veel bestrijding ondervin
den, doch men zal het met ons eens zijn na de voorbeelden uit den
oorlog te hebben bestudeerd, dat deze oplossing toch nog altijd beter
is dan de kans te loopen, den troep door eigen vuur te vernietigen
Is de handeling van het laden der geweren niet meer tegen te
gaan, dan wel heeft de vuurpaniek reeds een aanvang genomen,
dan rest den aanvoerder niets anders dan door een tweede emotie
het plotselinge scherpe fluit- of hoornsignaal de massa
weder tot bezinning te brengen, terwijl officieren, kader en nog
rustig gebleven manschappen onverwijld in hun naaste omgeving
de rrenschen moeten dwingen, desnoods onder lichamelijke pressie,
het vuren te staken en de geweren te ontladen.
Ten slotte nog een enkel woord over de paniek bij bereden wapens.
De steeds voortschrijdende motoriseering, zoowel van de
artillerie als van de treinen en ook de mechaniseering, komt ons
in hooge mate te hulp. Als wij de ellende lezen, welke vooral
de in paniek vluchtende treinen aan de troepen hebben gebracht,
dan aarzelen wij niet om ook uit dit oogpunt, waar dit met de
tactische eischen in overeenstemming is te brengen, de moto
riseering van deze belangrijke onderdeelen van de strijdmacht te
bepleiten. Waar echter paarden zijn ingedeeld zal steeds, zoowel