tegen een gebeurlijken tegenstander, waarop om zeer begrijpelijke redenen te dezer plaatse niet diep kan worden ingegaan. Wanneer een vijand op Java een landing verricht kan zijn oog merk zijn: a Het ontschepen van een aanzienlijke troepenmacht, welke na inrichting van een basis opmarcheert naar het begeerde doel. Om dezen opmarsch te vergemakkelijken, zal de vijand vermoedelijk zoo spoedig mogelijk lichte troepen (in hoofd zaak wielrijders en pantserauto's) vooruit zenden om de hand te leggen op belangrijke punten in zijn opmarschweg gelegen (knooppunten van wegen en (of) spoorwegen, belangrijke stations, bruggen, overgangen, défilé's, e. d.). b. Het ontschepen van een troepenmacht van beperkten om vang, welke zoo spoedig mogelijk na de landing door een snellen opmarsch zal trachten het gewenschte object te ver rassen. Ook hierbij is een snel vooruitschuiven van lichte troepen met bovengenoemd doel te verwachten. c. Het ontschepen van een deel van zijn troepenmacht, welk deel tot taak heeft, een dicht nabij de landingsstrook gele gen gunstige ontschepingsplaats te veroveren, alwaar dan de rest der troepenmacht wordt gedebarkeerd. Dit geval toont veel overeenkomst met het geval b. Onzerzijds dienen den vijand zoo spoedig mogelijk troepen tegemoet gezonden te worden, wier opdracht kan luiden 1. Het opnemen en het onderhouden van het contact. 2. Het vaststellen van het tijdstip waarop 's vijands organen van de landingsstrook oprukken. 3. Het verdedigen van de zooeven genoemde belangrijke punten (welke met den vinger zijn aan te wijzen). 4. Het vertragen van 's vijands opmarsch. 5. Het dekken van de concentratie onzer hoofdmacht. Welke afdeelingen voor deze taken bestemd zullen worden, is moeilijk vooruit te bepalen, daar zulks afhangt van de dislocatie onzer troepen op het tijdstip van de landing, doch wel staat o. i. vast, dat een verkenningsdetachementmits een behoorlijke ge vechtskracht bezittende genoemde opdrachten het beste zal kunnen volvoeren. Snel verplaatsbaar zijnde, organen voor de detailverkenning bezittende en in staat zijnde een defensief gevecht met een goede kans op succes te kunnen voeren, lijkt het verkenningsdetachement de aangewezen afdeeling om den vijand het eerste tegemoet geworpen te worden. De groote moei lijkheid schuilt echter in het feit, dat deze afdeeling niet tijdig bij alle mogelijke landingspunten op Java kan worden samengetrokken. Men zal zich dus o. i. moeten beperken tot het meest waar schijnlijke geval en speciale maatregelen moeten treffen, opdat het 620

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 22