Dit is dus het ziekteverslag dat ook tegenwoordig nog steeds wordt opgemaakt. Men zal wellicht vragen, waarom werd toentertijd dan niet bepaald, dat van iederen militair ten behoeve van wien een cer tificaat, van welke strekking dan ook, werd afgegeven, uitvoerige aanteekenïngen moesten worden ingediend. Dit werd toen ook wel overwogen, doch de toenmalige Inspecteur wilde dat niet bepalen, omdat al mocht het „administratieve werk" der geneeskundige commissies nu niet zoo bijzonder veel omvat tend zijn, er toch heel wat „practisch werk" van haar geëischt werd. Dat practische werk van de geneeskundige commissies was toen ook inderdaad omvangrijk. Dit blijkt wel uit een opgave van het aantal personen van de Land- en Zeemacht, omtrent wie door de geneeskundige com missies te Batavia, Semarang, Soerabaia, Magelang en Padang in de jaren 1896, 1897, 1898 en 1899 een uitspraak werd gedaan 1896 1897 1898 1899 Batavia 2038 1585 910 1673 Semarang 469 553 445 440 Soerabaia 612 624 628 445 Magelang 110 92 230 340 Padang 549 510 364 399 T otaal 3778 3364 2577 3297 Ambtenaren, die voor buitenlandsch verlof wegens ziekte in aanmerking kwamen, schutters, officieren, aan wie een certificaat voor binnenlandsch verlof werd uitgereikt, zijn onder deze getallen niet begrepen. Dit cijfer was voor Batavia in 1898: 409 en in 1899: 338. In totaal kwamen dus te Batavia voor de geneeskundige commissie in 1898: 1319 personen, in 1899:2011 personen. Ter vergelijking geven wij hieronder het aantal afkeuringen dat in 1931 heeft plaats gehad over de verschillende commissies verdeeld Ie Divisie 239 He Divisie 122 Weltevreden 120 Tjimahi 119 Malang 65 Magelang 57 Koeta-Radja 43 Makassar 8 Padang 8 Amboina 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 36