gens de pensioenreglementen voor militairen beneden den rang van officier, een recht, doch op een herhaald onderzoek door de geneeskundige hoofdcommissie bestaat geen recht. Men moet de hoofdcommissie beschouwen als een instrument of een adviseerend lichaam, waarvan de Legercommandant zich in de door hem noodzakelijk geachte gevallen, bedienen kan. Vraagt dus iemand, die afgekeurd is en dientengevolge recht krijgt op pensioen of onderstand, een herkeuring, dan moet dat op grond van de bepalingen in de pensioenreglementen worden toegestaan, hoewel het niet per sé noodzakelijk is, dat deze her keuring door de hoofdcommissie wordt verricht. Maar is b. v. voor een officier Europeesch verlof noodig geacht of is hij door een commissie tijdelijk ongeschikt voor den dienst te velde geacht en voelt hij zich daarover bezwaard, dan kan hij natuurlijk een request indienen om door een herkeuringscommissie te worden onderzocht, wat hem echter allerminst behoeft te worden toegestaan. In de commissie voor herhaald onderzoek moet als voorzitter optreden een dirigeerend officier van gezondheid. De leden wor den niet aangewezen door den Inspecteur M. G. D., zooals bij de hoofdcommissie, maar door den betrokken Gewestelijk Eerstaan wezend Officier van Gezondheid. Geen der leden van deze commissie voor herhaald onderzoek mag zitting genomen hebben in de commissie, die het onderzoek in eerste instantie verrichtte. Een overeenkomst tusschen hoofdcommissie en commissie voor herhaald onderzoek, is verder nog, dat van beide in de desbe treffende bepalingen staat, dat haar uitspraak beslissend is. Als men dat zoo leest, zou men denken, dat haar uitspraak een Wet van Meden en Perzen wordt, waaraan niet meer te tornen valt. De Inspecteur zou dan ook, als men deze opvatting huldigt, wanneer hij een certificaat krijgt van een commissie voor herhaald onderzoek of van de hoofdcommissie, daar zonder critiek „ja en amen" op moeten zeggen. Zoo absoluut moet men het toch ook weer niet opvatten, want aan alle menschenwerk kleven fouten, ook aan het werk van herhalingscommissies en hoofdcommissies Doch in de praktijk zal de Inspecteur er wel voor zorgen, dat, waar van de uitspraak van de hoofdcommissie en van een her keuringscommissie door den Legercommandant een eindadvies wordt verwacht, op redelijke gronden kan worden aangenomen, dat die uitspraak werkelijk een eindadvies is, waarmee de Inspecteur zelf accoord kan gaan en waarop de Legercommandant vertrouwen kan. Hij zal daartoe de commissies voor herhaald onderzoek met kennis van zaken uitkiezen en de hoofdcommissie zoo noodig zelf in de hand houden. Er zijn natuurlijk van die manifeste gevallen, die iedere com missie voor herhaald onderzoek kan afdoen, maar wanneer er een 638

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 40