Willen zij als zoodanig beschouwd worden, dan moeten zij in den strijd zijn ontstaan of ontstaan zijn buiten den oorlog, maar onder dusdanige omstandigheden, dat zij met de gevolgen van oorlogsverrichtingen kunnen worden gelijk gesteld. Het is dus zeer de vraag, of bijvoorbeeld een gebrek, dat het gevolg is van dienstvoetballen moet beschouwd worden als „ontstaan in en door den dienst." Men kan zulk een gebrek toch bezwaarlijk gelijkstellen met het gevolg van een oorlogsverrichting. Wil men een gebrek dan ook beschouwen als „ontstaan in en door den dienst", dan zal n. o. m. dit het gevolg moeten zijn van een dienstverrichting, waaraan „meer dan normaal risico" was verbonden. Is de commissie tot een beslissing gekomen omtrent al of niét ontstaan in en door den dienst, dan is het nog niet afge- loopen, want op het certificaat moet bovendien nog worden vermeld, althans wanneer het een geval betreft van niet in en door den dienst, of de ziekte of het gebrek een gevolg is van eigen moedwillige handelingen of van ongeregeld gedrag. „Eigen moedwillige handelingen" zijn alle daden, gepleegd met het kennelijke doel om lichamelijke ongeschiktheid voor den dienst te veroorzaken, zoomede het opzettelijk bemoeilijken of beletten van een genees- of heelkundige behandeling, waardoor de geschiktheid voor den militairen dienst zou kunnen zijn herwonnen. Dit is een eenigszins gevaarlijk terrein, omdat men voor dat „kennelijke doel" en dat „opzettelijk bemoeilijken" wel haast nooit bewijzen in handen zal hebben, maar het meestal een kwestie van aanvoelen zal zijn. Van veel practisch belang is deze kwestie in dit geval niet, want, wanneer een commissie de overtuiging heeft, dat er „eigen moedwillige" handelingen in het spel zijn, dan zal zij voor een officier wel nooit een Europeesch verlof noodig achten. Onder „ongeregeld gedrag" wordt verstaan het misbruik ma ken van alcoholische en narcotische middelen. Een 3e beslissing, die een commissie kan nemen ten aanzien van een officier is deze, dat hij „tijdelijk ongeschikt wordt verklaard voor alle militaire diensten." Men doet dit, wanneer de volkomen zekerheid wordt gemist, dat de ongeschiktheid blijvend zal zijn. Een dergelijke uitspraak zal men in de praktijk al heel weinig behoeven te doen, omdat, wanneer men de volkomen zekerheid mist, dat de officier niet weer geschikt zal worden, de commissie al eerder tot een buiten- of binnenlandsch verlof zal geadviseerd hebben. Een dergelijke uitpraak zal men echter moeten doen, wanneer het een officier betreft, die gedurende zes maanden in een hospitaal of thuis is verpleegd, nog steeds ongeschikt is, en voor wien om de een of andere reden geen Europeesch verlof noo dig werd geacht en omtrent wien men de volkomen zekerheid mist, dat de ongeschiktheid blijvend zal zijn. 647

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 49