2. het trachten te bereiken van de massa. Tot dit doel werden
a. zelfs in de kleinste plaatsen z. m. afdeelingen opgericht
b. overal propaganda-vergaderingen gehouden door rondrei
zende leiders
c. tani(landbouwers)-bonden gesticht. Het meerendeel der In-
heemsche bevolking toch werkt op het land.
d. getracht invloed te krijgen in vakbeweging en coöperatie
wezen.
e. insignes, broches, enz. aangemaakt, die in groote hoeveel
heden op de markt worden gebracht. De van de nationalisti
sche beweging niet op de hoogte zijnde Inlander beschouwt
deze insignes als een soort kenteeken van zijn nationaliteit.
3. het speculeeren op het bijgeloof der onontwikkelde Inlanders
door het dreigen met allerlei rampen, wanneer zij zich niet bij
een bepaalde vereeniging aansluiten.
4. het wijzen op de geloofstegenstelling.
5. het vormen van kernen door leiderscursussen. Op deze cursus
sen worden de aanstaande propagandisten gevormd, die na
beëindiging hunner opleiding de opgedane kennis weer zullen
verspreiden over de massa.
Het nationalisme kan steun verwachten van het communisme.
Hoewel het communisme in principe tegen het nationalisme is,
omdat het de macht van het Imperialisme slechts zou doen
overgaan op de Inheemsche bourgeoisie, ziet het nochtans in
deze beweging een welkome hulp voor het verwekken van de
revolutie en dient het nationalisme dus als zoodanig gesteund te
worden. Eveneens zal een actie in de richting van een geloofs
strijd door de communisten gesteund worden, zij zou in Ned.-
Indië immers uitgaan van de „onderdrukten" tegenover de
„overheerschers".
Anderzijds is door extreme nationalisten reeds te kennen
gegeven, dat ter bereiking van hun doel buitenlandsche hulp niet
versmaad zou worden.
Behalve door de Communistische Partij Holland (C. P. H.) wordt
Ned.-Indië nog bewerkt door leden der „Partij Republiek In
donesia" (PARI), welke partij in 1927 door in het buitenland ver
toevende Inlandsche communistische propagandisten als Semaoen,
Darsono en Tan Malakka werd opgericht. Deze partij zorgt er
met de officieele communistische propaganda-bureaux, zooals die
gevestigd zijn in China en de Straits, voor dat door detusschen-
komst van zeelieden Ned.-Indië voorzien wordt van communisti
sche lectuur en enkele malen van propagandisten. Niet lang
geleden werd nog een aantal dezer heeren op Sumatra 's Oostkust
gearresteerd, terwijl aan Tan Malakka het verblijf in de Engelsche
koloniën werd ontzegd.
664