dan dwars door Duitschland heen plaatsvinden. Zoowel ambtelijk als particulier werden deze „goudauto's" vervolgd met het gevolg, dat zoowel in den Elzas als in Oost-Pruisen vele malen mili taire auto's werden beschoten, waardoor verscheidene civiele en militaire beambten gewond raakten, terwijl herhaaldelijk arres taties van op dienstreis zijnde officieren plaats vonden. Zoo algemeen en zoo diep ingevreten was deze paniekstemming, dat het geruimen tijd heeft geduurd, voordat het legerbestuur de bevolking en ten deele ook de ambtenaren tot andere inzichten wist te brengen. Voorbeeld 2. Op zekeren dag zag men plotseling in den Elzas de op de daken der huizen werkende telefoonarbeiders voor Fransche spionnen aan. Daar vele zich in Straatsburg bevindende mili tairen reeds van munitie waren voorzien, ontstond een wilde schietpartij op deze arbeiders, die door achter schoorsteenen en dgl. dekking te zoeken slechts met moeite het leven er konden afbrengen. Het volgende voorbeeld illustreert op treffende wijze het snelle besmettingsproces van een paniek, welke zich in het onderhavige geval binnen enkele uren aan de bevolking van een geheele landstreek mededeelde. Voorbeeld 3. Daar in Straatsburg en omgeving concentratie van reserve-troe pen zou plaats vinden, was deze stad bij den aanvang van den oorlog vrijwel geheel ontbloot van actieve troepen. De actieve troepen, welke aldaar in garnizoen lagen, waren ingezet voor spoorweg- en brugbewaking en waren voorts verdeeld over de bezetting van eenige kleine werkjes in de omgeving van Straats burg, zoodat ten slotte in deze plaats zelf nog slechts één batal jon infanterie achterbleef. Plotseling, op een van de eerste dagen na de oorlogsverklaring, werd de generaal te Straatsburg, die met de verdediging van dit gedeelte van den Elzas was belast, opgeschrikt door de ontvangst van twee telegrammen, welke niet meer en niet minder inhielden, dan dat in een bepaald vak sterke Fransche troepen oprukten en dat een houten bivak aan de grens, waar een Duitsche grens wacht was opgesteld, door deze afdeeling was verlaten en in brand gestoken, ten einde dit niet in 's vijands handen te doen vallen Indien deze berichten inderdaad juist waren, dan werd Straats burg ernstig bedreigd, want in het genoemde vak bevond zich slechts één Duitsch werkje (K. W.1I) met een bezetting van twee compagnieën infanterie 605

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 7