684 Hoewel, met uitzondering van de storende vuren, deze vuurvormen in hoofd zaak voor de verdediging bestemd zijn, waarbij dikwijls, doch niet altijd, met een ruimen munitievoorraad kan worden rekening gehouden, zal ook in andere gevallen, zooals b. v. bij den aanval op stellingen, het munitieverbruik, dat ingesteld is op een zoo groot mogelijke uitwerking, zeer hoog zijn. De steun van aanvallende infanterie geschiedt meestentijds in den vorm van in tijd en ruimte begrensde vuurovervallen. Bij den zw. mitr. rekent men daar bij op minstens 1 band en bij de artillerie op 5 10 sch. per stuk, waarbij nog komt, dat deze vuren veelal zullen moeten worden herhaald. „Es wird sich also in einem nach unseren Grundsatzen gefiihrten Gefecht „recht haufig ein Miszverhaltnis ergeben zwischen Munitionsbedarf und -bestand, „zwischen Soli und Haben. 3. „Standpunkt der Vorschriften" In dit hoofdstuk wordt gewezen op het feit, dat de D. voorschriften iederen commandant den plicht opleggen, zooveel mogelijk munitie op te voeren. Schr. stelt echter de vraag, of deze hoeveelheden beschikbaar zijn en of het bovendien niet beter is, de verdeeling te doen afhangen van het gevechtsdoel van de onderdeelen. Daarom wordt aangemaand tot een weloverwogen beheer van de munitievoorraden. Die Munitionswirtschaft im groszen ist Aufgabe der oberen und mittleren FührungIm Zeitalter weitgehender (und noch zunehmender) Auflockerung „der Kampfformen ist die langere Isolierung einzelner Kampfgruppen, schwerer „Waffen und Bttrn. haufig geworden. Damit ist aber die Munitionsbewirtschaf- „tung im Kampf in Handen unterer und unterster Fiihrer. 4. Einflusz der Qefechtsart und Ziele auf den Munitionsbedarf. Schematische verdeeling van de aanwezige munitie wordt veroordeeld. De behoefte aan munitie van de verschillende onderdeelen is in den regel verschil lend en hangt af, zoowel van den aard van het gevecht en het doel ervan als van de gesteldheid en beteekenis van het object. Schrijver werkt deze punten dan verder uit. Volstaan moge worden met aan te teekenen, dat bij een gevecht om de beslissing het munitieverbruik veelal het hoogste zal zijn. Alle beschikbare krachtendus ook alle munitie, worden als norm ingezet. Over het algemeen vraagt de verdediging met zijn „kostspielige" vuurvormen meer munitie dan de aanval. Bij de beschouwing der doelen worden de factorentactisch al dan niet belangrijk en schiettechnisch gunstig of ongunstig in het geding gebracht. „Günstig (lohnend) sind alle erkannten, offenen, besonders die massigen „Ziele (Truppenansammlungen). Sie rechtfertigen in allen Lagen hohen Muni- „tionseinsatz. Doch sind gerade diese Ziele die seltenenDie Artl. kennt nur „verdeckte Stellungen, deren Lage im Gelande nur ausnahmsweise (Flieger, „Beob. Abtlg.) bestimmbar ist. Auch die schweren Waffen der Inf. bevorzügen „die verdeelden Stellungen. Und wenn sie sich als offene Ziele zeigen miissen, „feuern sie nur kurze Augenblicke und wechseln oft Stellung. So werden Punkt- „ziele haufig zu Flachenzielen. „Ein Beispiel: Ein Feueriiberfall einer Fk. Bttr. zum Zwecke des Nieder- „haltens eines, seiner Lage nach, bekannten (offenen; MG. auf drei um je 100 m. „verschiedenen Entfernungen erfordert einschl. einiger Gabelschüsse nur etwa „15 Schüsse. Handelt es sich aber um ein, seiner Lage nach nur ungefahr, „bekanntes (verdecktes) MG., dan musz das Feuer nach Seite und Lange aus- „einandergezogen werden. Der Munitionsbedarf ist vervielfacht. Der Erfolg ist „in beiden Fallen nicht sicher, wie eine einfache Treffwahrscheinlichkeitsbe- „rechnung ergibt. In de volgende hoofdstukken (5 en 6) behandelt schr. den invloed van de beschikbare hoeveelheid munitie op het besluit van de leiding en de wijze van inzet van de troepen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1933 | | pagina 88