aangenomen en doorgeseind, met als gevolg de hierboven be
schreven paniekstemming.
Zooals later volkomen betrouwbaar werd vastgesteld, waren de
Franschen op dien dag nog 10 km. van de grens .verwijderd en
bevond zich op dat tijdstip zelfs geen Fransche patrouille aan de
Duitsche grens
Men moge uit de bovenstaande voorbeelden de leering trekken,
hoe snel in opwindende tijden, welke nu eenmaal steeds het gevolg
zijn van het uitbreken van een oorlog en zelfs reeds bij oorlogs
gevaar ontstaan, de verblindende invloed van de hallucinatie met
de daaruit voortvloeiende panieken om zich heen grijpt en tot
ongekende afmetingen aangroeit. Men ziet de gevolgen gevaar
voor het leven van de eigen officieren, ambtenaren en rustig wer
kende burgers en ten slotte zelfs het wijken van de eigen troepen,
waardoor niet meer kan worden vertrouwd op de getroffen maat
regelen.
Het is dus zaak in deze tijden ieder bericht met de grootste
reserve te beschouwen en het onmiddellijk met zorg aan de wer
kelijkheid te toetsen, terwijl, zoodra de berichtgeving fantastische
vormen gaat aannemen, oogenblikkelijk met alle krachten de wer
kelijke en nuchtere feiten daarvoor in de plaats moeten worden
gesteld. Een weldoordachte, sobere doch tactvolle berichtgeving
omtrent alle gebeurlijkheden, zoowel ten bate van de bevolking
als van de eigen troepen is reeds in dit stadium van den oorlog
van het hoogste belang.
IV. De paniek bij de troepen te velde.
Bij het behandelen van de paniek bij de troepen te velde, wen-
schen wij een scheiding te maken tusschen
A. de paniek bij marschen en in bivaks
B. de paniek op het gevechtsveld.
Niet, dat de paniek in wezen zoo veel verschilt onder de ge
noemde omstandigheden, doch naar onze meening zijn het vaak
kunnen het althans geheel andere oorzaken zijn, welke aan
leiding geven tot deze ramp, terwijl ook de middelen, welke moe
ten worden aangegrepen ter bestrijding van dit euvel onderling
verschillen. Laat ons dus thans eerst bezien
A. De paniek bij marschen en in bivaks.
De krijgsgeschiedenis leert ons, dat panieken bij marschen en
in bivaks een veelvuldig voorkomend verschijnsel vormen in de
eerste phase van den oorlog, dus in het tijdvak, dat de troepen
de concentratiemarschen uitvoeren en nog geen contact met den
vijand is verkregen. Dit laat zich al dadelijk verklaren, wanneer
607