Zulk een officier, die gedurende 6 maanden geen enkelen dienst
heeft gedaan, moet op non-activiteit worden gesteld, maar dit
mag niet, voordat een geneeskundig onderzoek heeft plaats gehad,
Vindt de commissie hem dan nog ongeschikt voor alle militaire
diensten, dan wordt hij op non-activiteit gesteld.
Nog steeds wordt het geval verondersteld, dat er een officier
voor de geneeskundige commissie verschijnt.
Een beslissing nu, die in de 4e plaats ten aanzien van een
officier mogelijk is, is deze, dat hij radicaal afgekeurd wordt.
De mutatie luidt dan: „ongeschikt voor de waarneming van den
militaren dienst in Nederlandsch-Indië".
Zulk een beslissing brengt uiteraard nog meer moeilijkheden
voor de commissie mee dan de vorige uitspraken.
Bij de tevoren genoemde uitspraken bleef er voor den betrokken
officier altijd nog de mogelijkheid open, dat hij over eenigen tijd
zijn loopbaan weer zou kunnen vervolgen, maar door deze uitspraak
der commissie is het afgeloopen met de carrière. Het is dus
onvermijdelijk, dat het gevoel der commissieleden hierbij meer
dan bij de vorige gevallen in het spel komt. Een medicus met
gevoel is een prachtmensch, maar toch zal men zijn gevoel binnen
de aangewezen perken moeten houden.
Dat is dus de le moeilijkheid, beteugeling van de gevoelens.
Een 2e moeilijkheid is, dat men goed op de hoogte moet zijn
van het lang niet gemakkelijk te lezen „Indisch Militair Keurings
reglement" dat de toetssteen vormt om te beoordeelen, of iemand
al of niet ongeschikt is. Het keuringsreglement is maar niet een
eenvoudig centimetermaatje, dat men heeft aan te leggen om te
weten of iemand geschikt is of niet. Men kan het beter vergelijken
met een ingewikkeld instrument, dat niet altijd even gemakkelijk te
hanteeren is. Maar toch is men verplicht elk geval met dit instrument
uit te meten en te bekijken en men mag maar niet eigen zienswijze
tot richtsnoer nemen, daar de voor de commissie verschijnende
militairen dan het slachtoffer zouden zijn van de grootste willekeur.
Aan een bespreking van het Keuringsreglement willen wij echter
niet beginnen. Dat vormt een apart onderwerp voor deze militair-
medische conferenties.
Is nu de commissie tot ongeschiktverklaring van den officier
over moeten gaan, dan moet ook in dit geval een uitspraak volgen
omtrent het al of niet ontstaan zijn in en door den dienst van de
ziekte of het gebrek, waarop de ongeschiktverklaring berust, en
bovendien moeten ook nu weer de eigen moedwillige handelingen
en het ongeregeld gedrag in beschouwing worden genomen.
Er moge nog wel even op worden gewezen, dat door de eerste
uitspraak der commissie n. 1. die, betreffende de ongeschiktheid
een beslissing wordt genomen omtrent het ontslag uit den dienst
Wordt vervolgd)
648